12.2 Het zit in de familie

Welkom

Tas van tafel
Boeken + notitiespullen pakken
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Welkom

Tas van tafel
Boeken + notitiespullen pakken

Slide 1 - Diapositive


Slide 2 - Question ouverte

toetsstof 
11.4 (herhaling) + 12.1 + 12.2 (alleen normale stambomen) 

Slide 3 - Diapositive

Leerdoel vorige les les
Ik kan een kruisingsschema van een  kruising maken en daar daar conclusies uit trekken over P, F1 en F2 . 

Je kent de termen intermediair en co-dominantie en kan deze toepassen in kruisingsschema's  




Slide 4 - Diapositive


Het kunnen rollen van je tong is afhankelijk van de aanwezigheid van een dominant gen.

Een zwangere moeder, die haar tong niet kan rollen, krijgt een kind met een vader die dit wel kan. Deze vader is heterozygoot voor deze eigenschap.

Hoe groot is de kans dat hun kind later kan tongrollen?
A
0%
B
25%
C
50%
D
100%

Slide 5 - Quiz

Noteer alle genotypen bij de bloedgroepen en geef daarachter aan welk fenotype daar bij hoort

Slide 6 - Question ouverte

Herhaling. De kinderen van een man met bloedgroep O en een vrouw met bloedgroep AB kunnen de
volgende bloedgroepen hebben.... (T1)
A
Alleen AB
B
Alleen A, B
C
Alleen A, B en AB
D
Zowel A, B, AB als O

Slide 7 - Quiz

Herhaling. De kinderen van een man met bloedgroep B en een vrouw met bloedgroep A kunnen de
volgende bloedgroepen hebben.... (T2)
A
Alleen AB
B
Alleen A, B
C
Alleen A, B en AB
D
Zowel A, B, AB als O

Slide 8 - Quiz

Leerdoel deze les



Je leert hoe aandoeningen en ziektes overerven 


Slide 9 - Diapositive

Vragen die bij de leerdoelen horen
Vragen die hier bij horen:
Waarom kunnen gezonde ouders zieke kinderen krijgen?
Waarom komen bepaalde ziektes vaker voor in families?
Waarom kun je dezelfde ziekte als je opa hebben, terwijl je ouders gezond zijn?
Waarom komt kleurenblindheid/autisme vaker bij jongens voor
komt

Slide 10 - Diapositive

Monogene recessieve overerving
PKU is recessief allel

Heterozygote is slechts drager



Slide 11 - Diapositive

Taaislijmziekte wordt veroorzaakt door slechts één gen (monogeen). Een moeder met taaislijmziekte krijgt een kind met een man die slechts drager is. Wat is de kans dat het kind ook taaislijmziekte heeft? (T1)
A
0%
B
25%
C
50%
D
100%

Slide 12 - Quiz

Monogene dominante overerving
Darmkanker & alzheimer wordt veroorzaakt door dominante allelen


Ook borstkanker wordt zo overgeërfd (vrouwen met dit gen hebben 60-80% meer kans op borstkanker)


Slide 13 - Diapositive

Wat zijn de geslachtschromosomen van een man? En van een vrouw?
A
Man XX Vrouw XY
B
Man XX Vrouw XX
C
Man XY Vrouw XY
D
Man XY Vrouw XX

Slide 14 - Quiz

In stilte voor jezelf. Welke getallen zie je?

Slide 15 - Diapositive

In stilte voor jezelf. Welke getallen zie je?







We zien de getallen 10, 74, 8 & 5. Mensen die dit niet kunnen lezen hebben last van rood-groen kleurenblindheid. Bij 1 op de 12 mannenkomt dit voor. Bij 1 op de 250 vrouwen komt dit voor.
Wat is hier aan de hand?

Slide 16 - Diapositive

Geslachtsgebonden recessieve overerving
Man = XY
Vrouw = XX

Notatie hetzelfde als bij intermediaire allelen



Wat gebeurt er als een aandoening op het x-chromosoom ligt bij een vrouw? En bij een man?

Slide 17 - Diapositive

Krijgt een jongen het X-chromosoom van zijn vader of moeder?
En van wie heeft hij het Y-chromosoom gekregen?
A
Het X-chromosoom kan alleen van zijn moeder komen; het Y-chromosoom alleen van zijn vader.
B
Het X-chromosoom kan alleen van zijn vader komen; het Y-chromosoom alleen van zijn moeder.
C
Het X-chromosoom kan zowel van zijn vader als moeder komen; het Y-chromosoom alleen van zijn vader.
D
Het X-chromosoom kan zowel van zijn vader als moeder komen; het Y-chromosoom alleen van zijn moeder.

Slide 18 - Quiz

X-chromosomale kruising
X^A : normale ogen
X^a : kleurenblind
Y- : geen gen voor de ogen aanwezig

Een vrouw die drager is wordt zwanger van een man met normale ogen. Het wordt een twee-eiige tweeling, een jongen en een meisje. Hoe groot is de kans dat de dochter kleurenblind wordt? Hoe groot de kans op een kleurenblinde zoon?

1: bepaal genotype van ouders
2: bepaal per ouder mogelijke genotypen van geslachtscellen
3: kruisingsschema, bepaal mogelijke genotypen van het kind, bereken de kans op elk genotype
4: bepaal welke genotypen leiden tot een zoon, welke tot een dochter
5: bepaal per geslacht de kans op elk fenotype



Slide 19 - Diapositive

Een vrouw die drager is wordt zwanger van een man met normale ogen. Het wordt een twee-eiige tweeling, een jongen en een meisje. Hoe groot is de kans dat de dochter kleurenblind wordt? Hoe groot de kans op een kleurenblinde zoon?

Slide 20 - Question ouverte

Extra informatie
Bij x-chromosomale allelen gelden twee extra regels:

Dominante vaders krijgen dominante dochters
Recessieve moeders krijgen recessieve zonen

Beargumenteer dit

Slide 21 - Diapositive

Aan het werk
Wat? Maak opg 1 t/m 10 van paragraaf 12.2

Wanneer? Huiswerk voor volgende week

Hoe? Papieren werkboek

Klaar? Ga oefenen op biologiepagina.nl -> vwo 3 -> erfelijkheid en evolutie   -> oefenen -> oefentoets erfelijkheid: kruisingen (sla stamboom vragen over)

Vragen? Vraag je buurman/vrouw. Daarna pas de leraar
Tijd? Tot 5 minuten voor het einde





Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Lien

Twee grootmoeders behoren elk tot bloedgroep O en de beide grootvaders behoren elk tot
bloedgroep AB.
Hoe groot is de kans dat hun kleinkind bloedgroep B zal hebben? (I-vraag)
A
1/16
B
3/16
C
4/16
D
5/16

Slide 24 - Quiz