Les 5 handelen bij calamiteiten

• Crisis
• MBO
• Studiejaar 1

Welkom bij les 5 crisis en onvoorziene situaties

Inhoud van deze les

• terugblik vorige les
• Handelen bij calamiteiten gericht op preventie
• Bellen van het alarm nummer
• Wat doe je als... opdrachten
• Opdrachten in Boom

De omgeving moet zo veilig zijn dat cliënten nooit ongelukken kunnen krijgen.

Oorzaken

• Brand
  
• Technisch: stroomuitval, grote waterlekkage, uitvallen verwarming of liften
  
• ICT: uitvallen telefoonverbindingen, alarmsystemen en belangrijke computersystemen
  
• Ziekte: onverwachte grote uitval van personeel door bijvoorbeeld een epidemie, het uitbreken van voedselvergiftiging of een ernstige besmettelijke ziekte onder cliënten
  
• Lekkage van gevaarlijke stoffen in de instelling of directe omgeving
  
• Onbereikbaarheid van de instelling door weersinvloeden bijvoorbeeld.

Calamiteitenplan

In een calamiteitenplan staat 

hoe je bij calamiteiten 

moet handelen

 en wie de leiding heeft.

Andere onderdelen van een calamiteitenplan

• Wie zit er in het crisisteam?
  
• Waar verzamelt het crisisteam?
  
• Welke taken en verantwoordelijkheden hebben de direct betrokkenen?
  
• Wie is bevoegd de hulpdiensten in te schakelen?
  
• Welke medewerkers moeten per se opgeroepen worden (ook buiten diensttijd)?
  
• Plattegronden van gebouwen met vluchtwegen, looprichtingen en de plaats van blusmiddelen.
• Instructieplan: regelmatig vaststellen wie welke instructies moet krijgen volgens het calamiteitenplan.

Voorkomen van calamiteiten

Op elk gebied zijn plannen hoe je calamiteiten kunt voorkomen of zo snel mogelijk kunt oplossen.  

 Als Maatschappelijk werker heb je de taak om dreigende calamiteiten tijdig te signaleren en te melden. Denk niet te makkelijk. Beter drie keer te veel gemeld, dan één keer te weinig.

Voorbeelden

• Een val incident.
• Een medicatiefout.
• geweldsincident met client

Wanneer bel je 112?

www.rodekruis.nl

Wat doe je als...

jongeren om na te denken over hun eigen hulpbereidheid en de keuzes die ze maken. Het online dilemmaspel wordt afgewisseld met inspirerende video’s van jonge Rode Kruis-vrijwilligers. Dit zijn persoonlijke verhalen van leeftijdsgenoten die dagelijks mensen helpen.

www.heroofhumanity.nl

Keuzes

Waarom kiest iemand ervoor om in de ene situatie wel te helpen en in de andere niet? Waar zit het verschil?

o Wie help je eerder?

o Maakt het uit of jij alleen bent, of met anderen? 

Overdag of ’s nachts? 

o Maakt jouw stemming uit? Bijvoorbeeld of je haast hebt, een rotdag, of lekkerin je vel zit.

geweld in de zorgrelatie

 gaat het over agressief gedrag, fysiek geweld of bijvoorbeeld seksueel grensoverschrijdend gedrag richting de cliënt. Om zo'n situatie op te merken is het belangrijk verschillende signalen te herkennen die mogelijk kunnen leiden naar geweld in de zorgrelatie. Ouderen, kinderen en gehandicapten zijn kwetsbare groepen, waardoor zij gemakkelijker doelwit worden van gewelddadig gedrag.

Wat zouden signalen kunnen zijn van gewelddadig gedrag?

• blauwe plekken of verwondingen op het lichaam van de cliënt
  
• fysiek ongemak wat eerder nog niet aanwezig was
  
• uitingen van pijn
  
• jammeren als praten niet mogelijk is
  
• iemand wegduwen, schoppen of slaan
  
• verkramping of spieren aanspannen bij benadering
  
• ander gedrag van de cliënt richting een bepaalde begeleider
  

Neem signalen serieus

Als je iets observeert aan de cliënt waarmee je werkt, wat afwijkt van het normale, is het belangrijk dat je verder gaat onderzoeken wat er aan de hand is. Signalen die wijzen richting geweld moet je altijd serieus nemen. Het melden van vermoedens is stap één. Blijf er niet mee rondlopen, maar meld wat je hebt geobserveerd. Doe dit in eerste instantie bij je leidinggevende.

Opdracht

• Maak 2-tallen.
• Bedenk oplossingen op de situaties die op de A4 papieren staan in het lokaal. 
• Schrijf je antwoord op een post-it en plak deze op/ bij het A4 papiertje. 

WAT DOE JE ALS.........

Situatie 1

Een onbekende man in een stofjas loopt op jouw afdeling. Je vindt dat hij er wel betrouwbaar uitziet.

Situatie 2

Een vrouw die je niet kent, praat op jouw afdeling met de cliënten. Ze ziet er gezellig en vrolijk uit, maar wat wil ze?

Situatie 3

Je ziet dat een collega met wie je erg goed kunt opschieten, een portemonnee wegneemt van een demente vrouw.

Situatie 4

Je ziet dat een collega ruw met sommige cliënten omgaat, ze soms knijpt of slaat.

Opdracht deel 2

We bekijken de post-it's met de reacties.

Hoe verschillend zijn de oplossingen?

We kiezen de beste oplossing.

Conflicthanteringsstijlen

Wedijveren/doordrukken : de taart is van mij

Aanpassen: jij mag de taart

Compromis: allebei een halve taart

Samenwerken: hoe komt het dat die taart belangrijk voor je is?

Vermijden: welke taart?

Ga nu naar Boom

Opdracht 9 en 10 staan voor je klaar uit het boek Professional Maatschappelijke zorg.

Volgende week

BHV

geweld in de zorg relatie