ABR7 25.11.2024

Welkom!
25.11.2024
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
AndersMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 17 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 180 min

Éléments de cette leçon

Welkom!
25.11.2024

Slide 1 - Diapositive

Planning
  • Terugblik
  • 5.13
  • 5.14
  • (KNM)
  • Afsluiting 

Slide 2 - Diapositive

Terugblik
  • Bespreken HW 
  • 5.11 opdr. 106, 107, 108 + 111
  • 5.12 opdr. 120 wb 5.12)

Slide 3 - Diapositive

5.13
  • Luister naar de tekst.
  • Nieuwe woorden

Slide 4 - Diapositive

5.13
  • Luister nog een keer naar de tekst. 
  • Maak opdr. 123 en 124
  • Bespreken

Slide 5 - Diapositive

5.13
  • Maak groepjes van 3 cursisten
  • Lees tekst 5.13 
  • Moeilijke woorden?
  • Oefen samen het gesprek
  • Wissel de rollen

Slide 6 - Diapositive

5.13
  • Maak zelfstandig opdr. 126, 127, 129 en 131
  • Bespreken

Slide 7 - Diapositive

5.13
  • Maak tweetallen
  • Samen spreken: opdr. 128
  • Oefen in tweetallen de zinnen
  • Praat samen: opdr. 130 en 132
  • Ga aan de slag met de werkbladen (5.13a en b)

Slide 8 - Diapositive

5.13
  • Maak drietallen
  • Pak werkblad 5.13 plusopdracht 
  • Praat samen.
  • Werk samen met twee andere cursisten. Jullie organiseren samen een feestje voor de
  • klas. Wie doet wat? Maak afspraken en schrijf ze op.
  • Gebruik: Zal ik ... ? / Zullen we ... ? / Ik kan ... . / Kun jij ... ?

Slide 9 - Diapositive

5.14
  • Bekijk de uitlegvideo (135) 

Slide 10 - Diapositive

5.14
  • Je hebt geleerd:
  • Met werkwoorden kun je praten over vroeger.
  • Ik leerde Nederlands op school.
  • Gisteren heeft Kim sushi gegeten. 
  • Je kunt praten over nu. 
  • Kornelia eet een appel. 

Slide 11 - Diapositive

5.14
  • Je kunt ook praten over de toekomst
  • Voorbeeld:
  • Over drie weken ga ik op vakantie. 
  •  Wij rijden morgen naar Denemarken. 

Slide 12 - Diapositive

5.14
  • Als je over de toekomst praat: 
  • Gebruik je een vorm van gaan en een tweede werkwoord (heel werkwoord)
  • Gebruik je de tegenwoordige tijd en één of meerdere woorden die informatie over de toekomst geven
  • Voorbeeld: Later, morgen, komend weekend, volgend jaar.

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Lien

5.14
  • Klassikaal: opdr. 136
  • Maak zelfstandig opdr. 137 en 138
  • Bespreken

Slide 15 - Diapositive

5.14
  • Praat samen (opdr. 139)
  • Pak werkblad 5.14a. Bespreek deze samen. 
  • Vul in tweetallen een agenda in --> Stel elkaar vragen. 

Slide 16 - Diapositive

Afsluiting
  • Vragen? 

Slide 17 - Diapositive