ABR7 26.11.2024

Welkom!
26.11.2024
1 / 39
suivant
Slide 1: Diapositive
AndersMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 39 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 180 min

Éléments de cette leçon

Welkom!
26.11.2024

Slide 1 - Diapositive

Planning
  • Terugblik
  • 5.13
  • 5.14
  • Herhaling
  • Afsluiting 

Slide 2 - Diapositive

5.13
  • Maak groepjes van 3 cursisten
  • Lees tekst 5.13 
  • Moeilijke woorden?
  • Oefen samen het gesprek
  • Wissel de rollen

Slide 3 - Diapositive

5.13
  • Maak tweetallen
  • Samen spreken: opdr. 128
  • Oefen in tweetallen de zinnen
  • Praat samen: opdr. 130
  • Ga aan de slag met de werkbladen (5.13a en b)

Slide 4 - Diapositive

5.13
  • Maak drietallen
  • Pak werkblad 5.13 plusopdracht 
  • Praat samen.
  • Werk samen met twee andere cursisten. Jullie organiseren samen een feestje voor de
  • klas. Wie doet wat? Maak afspraken en schrijf ze op.
  • Gebruik: Zal ik ... ? / Zullen we ... ? / Ik kan ... . / Kun jij ... ?

Slide 5 - Diapositive

5.14
  • Bekijk nog een keer de uitlegvideo (135) 

Slide 6 - Diapositive

5.14
  • Je hebt geleerd:
  • Met werkwoorden kun je praten over vroeger.
  • Ik leerde Nederlands op school.
  • Gisteren heeft Kim sushi gegeten. 
  • Je kunt praten over nu. 
  • Kornelia eet een appel. 

Slide 7 - Diapositive

5.14
  • Je kunt ook praten over de toekomst
  • Voorbeeld:
  • Over drie weken ga ik op vakantie. 
  •  Wij rijden morgen naar Denemarken. 

Slide 8 - Diapositive

5.14
  • Als je over de toekomst praat: 
  • Gebruik je een vorm van gaan en een tweede werkwoord (heel werkwoord)
  • Gebruik je de tegenwoordige tijd en één of meerdere woorden die informatie over de toekomst geven
  • Voorbeeld: Later, morgen, komend weekend, volgend jaar.

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Lien

5.14
  • Klassikaal: opdr. 136
  • Maak zelfstandig opdr. 137 en 138
  • Bespreken

Slide 11 - Diapositive

5.14
  • Pak werkblad 3.12 ''Morgen werk ik niet''
  • Beantwoord vraag 1 zelfstandig  
  • Bespreken

Slide 12 - Diapositive

5.14
  • Maak tweetallen
  • Praat samen
  • Bekijk de zinnen bij opdr. 3 

Slide 13 - Diapositive

5.14
  • Maak zelfstandig opdr. 4 + 5
  • Bespreek je antwoorden met een medecursist
  • Klassikaal bespreken 

Slide 14 - Diapositive

5.14
  • Maak tweetallen
  • Praat samen
  • Bekijk de zinnen bij opdr. 6
  • Maak hele zinnen en gebruik het werkwoord ''zullen'' 

Slide 15 - Diapositive

5.14
  • Praat samen (opdr. 139)
  • Pak werkblad 5.14a. Bespreek deze samen. 
  • Vul in tweetallen een agenda in --> Stel elkaar vragen. 

Slide 16 - Diapositive

Herhaling

Slide 17 - Diapositive

Leerde, werkte las, at
  • Bekijk 5.5  
  • Bekijk nog een keer de video

Slide 18 - Diapositive

Verleden tijd
  • ''Praten over vroeger'' 
  • Op welke manieren kun je laten zien dat je over ''vroeger'' praat?
  • Voltooide of verleden tijd
  • Hoe maak je de voltooide tijd? 

Slide 19 - Diapositive

Verleden tijd
  • Hoe maak je de verleden tijd (regelmatig)
  • Stap 1: werkwoord -en --> bijv. bouwen --> bouw
  • Stap 2: Je kijkt naar de laatste letter van de stam
  • Je gebruikt SOFTKETCHUP --> zit de laatste letter erin?
  • JA: stam +te(n)
  • NEE: stam + de(n) 
  • Let op bij werkwoorden met z/v

Slide 20 - Diapositive

Verleden tijd
ik 
werkte
ik 
belde
jij
werkte
jij
belde
werkte
belde
hij/zij/het
werkte
hij/zij/het
belde
jullie
werkten
jullie
belden
wij
werkten
wij
belden
zij
werkten
zij
belden

Slide 21 - Diapositive

Verleden tijd
  • Veel werkwoorden zijn onregelmatig in de verleden tijd
  • Bekijk het rijtje op blz. 185
  • Van blz. 365 - 367 staat een lijst met onregelmatige werkwoorden  

Slide 22 - Diapositive

Verleden tijd
  • Pak werkblad 3.17 ''Vroeger woonde ik in Zuid-Afrika''
  • Samen luisteren: opdr. 1 
  • Bespreken 
  • Praat samen in tweetallen: opdr. 2

Slide 23 - Diapositive

Verleden tijd
  • Maak zelfstandig opdr. 3 + 6
  • Bespreek je antwoorden met een medecursist
  • Bespreken

Slide 24 - Diapositive

Verleden tijd
  • Pak nu werkblad 3.18 ''Had jij vroeger vaak vakantie?''
  • Samen luisteren: opdr. 2
  • Maak zelfstandig opdr. 3, 5 + 8
  • Bespreken

Slide 25 - Diapositive

Verleden tijd
  • Maak tweetallen
  • Praat samen
  • Bekijk opdr. 7 + 8 

Slide 26 - Diapositive

Oefening
  • Maak een groepje van 3/4 cursisten.
  • Schrijf samen een verhaaltje. 
  • Elke cursist schrijft 1 zin in de VERLEDEN TIJD.
  • Is de cursist klaar met de zin?
  • Geef het papier aan de volgende cursist. 
  • Bespreken.

Slide 27 - Diapositive

5.9
  • Bekijk de tekst op blz. 196 + 197 nog een keer
  • Wanneer gebruik je moeten?
  • Het is verplicht
  • Wanneer gebruik je mogen?
  • Als je toestemming hebt
  • Wanneer gebruik je ''dat hoeft niet''?
  • Als iets niet nodig is
  • Na moeten/mogen gebruik je vaak een 2e werkwoord
  • Dit 2e werkwoord is een heel werkwoord

Slide 28 - Diapositive

5.9
Zoek op internet:
Welke soorten (verkeers)borden zijn er?
  • Gebod
  • Verbod
  • Waarschuwing
  • Andere pictogrammen (wc, brandblusser, nooduitgang...)
  • Wat betekent gebod? Zoek op internet
  • Je moet
  • Wat betekent verbod? Zoek op internet
  • Je mag niet

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Vidéo

Slide 34 - Diapositive

5.9
  • Maak groepjes van 3/4 cursisten.
  • Loop door/rond de school. 
  • Ga op zoek naar borden. 
  • Schrijf op welke borden je ziet en wat ze betekenen. 
  • Maak foto's van de borden en zet ze in de groepsapp.
  • 30 minuten 
  • Bespreken

Slide 35 - Diapositive

5.12
  • In 5.9 heb je de werkwoorden mogen/moeten (+ hoeft niet) geleerd
  • Na deze werkwoorden komt er vaak een tweede werkwoord 

Slide 36 - Diapositive

5.12
  • Bekijk het blokje op blz. 204
  • Wanneer gebruik je ''kunnen''?
  • Als je vraagt of iets mogelijk is of dat iemand in staat iets
  • Wanneer gebruik je ''willen''?
  • Als je iets wenst 
  • Wanneer gebruik je ''zullen''?
  • Wanneer je een voorstel doet 

Slide 37 - Diapositive

5.12
  • Pak werkblad 3.6 ''Ik kan, jij mag, wij willen''
  • Maak zelfstandig opdr. 1 + 2
  • Bespreken
  • Maak in tweetallen opdr. 3 + 5
  • Bespreek je antwoorden met een ander tweetal
  • Bespreken 

Slide 38 - Diapositive

Afsluiting
  • Vragen? 

Slide 39 - Diapositive