kleur

Vormgevingsaspect 
Kleur
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
KunstMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 100 min

Éléments de cette leçon

Vormgevingsaspect 
Kleur

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

welke kleuren zijn er?
De kleurencirkel leert je welke kleuren er zijn en hoe je kleuren kan mengen. Weet je dit nog? Leg dit op de volgende dia uit. Kijk hierbij goed naar de kleurencirkel.

Slide 3 - Diapositive

Er zijn verschillende kleuren. Zo zijn er primaire, secundaire en tertiaire kleuren. Leg uit hoe je van primaire kleur naar tertiaire kleur gaat. Betrek alle drie de kleursoorten in jouw antwoord.

Slide 4 - Question ouverte

Wat is het verschil tussen verzadigde en onverzadigde kleuren?

Slide 5 - Question ouverte

Het kleurenspectrum zijn alle kleuren die samen wit licht vormen. De kleuren worden zichtbaar wanneer je door een prisma schijnt. Noem al deze 7 kleuren.

Slide 6 - Question ouverte

Het verschil tussen kleur tinten en tonen is lastig om te onthouden. Wat is het verschil tussen tinten en tonen?

Slide 7 - Question ouverte

Kleurcontrasten

Slide 8 - Diapositive

Welke kleurcontrasten ken je? Noem er 8.

Slide 9 - Carte mentale

Slide 10 - Diapositive

Welke kleurcontrasten herken je op de vorige dia? Noem er 2 en leg uit hoe je dit ziet.

Slide 11 - Question ouverte

Slide 12 - Diapositive

Welk kleurcontrast zie je hier? Leg dit uit.

Slide 13 - Question ouverte

Zoek een afbeelding met een licht/donker contrast en upload deze.

Slide 14 - Question ouverte

Slide 15 - Vidéo

symbolisch 
kleurgebruik

Slide 16 - Diapositive

goddelijkheid/oneindigheid
armoede/nederigheid
licht/ glorie
goddelijkheid/rijkdom
groei/hoop
ouderdom/wijsheid
warmte
rouw/ boete
liefde/gevaar
waarheid/reinheid
zakelijk/duisternis

Slide 17 - Question de remorquage

Polychroom is
A
eenzelfde kleur
B
egaal
C
een pastelkleur
D
meerkleurig

Slide 18 - Quiz

Een impressionistische kunstenaar maakt gebruik van impressionistisch kleurgebruik. Zij schilderden vooral op locatie en in het moment. Zij lieten zich inspireren door veranderende:
A
lichtval
B
vormen
C
vlakken
D
kleur

Slide 19 - Quiz

het schilderij op de is gemaakt met:
A
naturalistische kleuren
B
schematische kleuren

Slide 20 - Quiz

Hoe maakt een expressionist gebruik van kleur?
A
Hij gebruikt kleur die hij op dat moment ziet.
B
Om zijn stemming uit te drukken.
C
Hij gebruikt kleuren die hij mooi vindt.
D
hij gebruikt het puur symbolisch.

Slide 21 - Quiz

Slide 22 - Diapositive

Op de vorige dia zag je het schilderij 'De schreeuw' van E. Munch. Wat wil de kunstenaar uitdrukken met de kleur rood op dit schilderij? Schrijf Kleur: .....uitleg.....

Slide 23 - Question ouverte

Hoe krijg je al die kleuren verf?
Tegenwoordig haal je de kleuren verf gewoon uit een tube en als je teveel hebt spoel je het gewoon door de gootsteen.
Maar hoe kwamen de schilders vroeger aan die kleuren en hoeveel moeite moesten zij daar eigenlijk voor doen?

De volgende dia stuurt je door naar een filmpje over de kleuren uit de 17e eeuw. Erg leuk om te kijken!

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Lien