Samenvatting van hoofdstuk 1

Welke stofeigenschappen zijn er
1 / 17
suivant
Slide 1: Question ouverte
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Welke stofeigenschappen zijn er

Slide 1 - Question ouverte

wel een stofeigenschap
geen stofeigenschap
kleur
geur
smeltpunt
kookpunt
massa
volume
dichtheid
fase (vast, vloeibaar, vast)
temperatuur
oplosbaarheid in water
oplosbaarheid in olie

Slide 2 - Question de remorquage

Als de dichtheid van een stof 2 g/cm³ is en het volume is 6 cm³, hoe groot is dan de massa?
A
12
B
3
C
4
D
1/3

Slide 3 - Quiz

Ken je de faseovergangen nog?
verdampen
condenseren
stollen
smelten
rijpen
vervluchtigen
/ sublimeren

Slide 4 - Question de remorquage

trillen op de plaats
bewegen langs elkaar heen
bewegen heel snel, ver van elkaar
vast
gas
vloeibaar

Slide 5 - Question de remorquage

Sleep de woorden naar de juiste plek.
kookpunt
smeltpunt
smelten
condenseren
verdampen
stollen

Slide 6 - Question de remorquage

Diagram 1
Diagram 2
Diagram 3
Diagram 4
Kookpunt
smeltpunt
Kooktraject
smelttraject

Slide 7 - Question de remorquage

Oplossing
Suspensie
Emulsie

Slide 8 - Question de remorquage

Oplossing
Suspensie
Emulsie

Slide 9 - Question de remorquage

Wat is een suspensie?

Slide 10 - Question ouverte

Bereken de dichtheid van het blokje. Welk materiaal kan dit zijn?
    dichtheid = 
 massa/ volume

Slide 11 - Question ouverte

Plaats de pH onder de lijn
Zuur
Base
Neutraal
pH 7
pH 0
pH 14

Slide 12 - Question de remorquage

Het ontmengen van een emulsie kan worden verhinderd door een:
2.1.4
A
soort wasmiddel
B
emulgator
C
niks, ontmengen kan niet

Slide 13 - Quiz

Beschrijf wat het gebeurt als water van 20 graden Celcius naar -5 graden Celcius gaat. Gebruik het deeltjesmodel.

Slide 14 - Question ouverte

Carl voert een proef uit waarbij hij een vloeibaar mengsel laat afkoelen in een reageerbuis. Tijdens de proef houdt hij het temperatuurverloop bij.

Gedurende de faseverandering
............ 
Het temperatuurgebied waarbij de faseverandering plaatsvindt, noem je het .............

daalde de temperatuur
stoltraject
stolpunt
bleef de temperatuur gelijk

Slide 15 - Question de remorquage

In deze vriezer is het 252,3 K

Hoeveel graden Celsius is dit? (afgerond op helen)

Slide 16 - Question ouverte

Slide 17 - Diapositive