2HV Regelmatige ww op -re

Regelmatige ww op -re
Frans 2HV (HMA)
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Regelmatige ww op -re
Frans 2HV (HMA)

Slide 1 - Diapositive

Regelmatige ww op -re
- Alle ww die eindigen op -re maak je op dezelfde manier.
- Er zijn twee regels voor:
1) STAM = hele ww - re
2) STAM + uitgang (zie volgende pagina)
- Bijv. perdre (verliezen), attendre (wachten), répondre (antwoorden), rendre (teruggeven), vendre (verkopen), entendre (horen), descendre (uitstappen)

Slide 2 - Diapositive

perdre (= verliezen)
Je perds
Tu perds
Il/elle/on perd
Nous perdons
Vous perdez
Ils/elles perdent

Slide 3 - Diapositive

Vul de juiste vorm van het ww in:
Tu (vendre) ta maison.
A
vends
B
vend
C
vendons
D
vendent

Slide 4 - Quiz

Vul de juiste vorm van het ww in:
Ils (rendre) les livres.
A
rends
B
rend
C
rendez
D
rendent

Slide 5 - Quiz

Vul de juiste vorm van het ww in:
Vous (entendre) la classe?
A
entends
B
entend
C
entendez
D
entendent

Slide 6 - Quiz

Vul de juiste vorm in:
La fille (rendre) le livre.

Slide 7 - Question ouverte

Vul de juiste vorm in:
Nous (attendre) le prof.

Slide 8 - Question ouverte

Vul de juiste vorm in:
J' (entendre) les enfants.

Slide 9 - Question ouverte

Vertaal in het Frans:
ik verkoop

Slide 10 - Question ouverte

Vertaal in het Frans:
jullie verliezen

Slide 11 - Question ouverte

Passé composé (verleden tijd)
Die bestaat uit een hulpww (avoir/être) + voltooid deelwoord.
Het hulpww verandert per ww en onderwerp.
Het voltooid deelwoord blijft hetzelfde.

Bijv. Ik heb verloren = J'ai perdu
Zij heeft verloren = Elle a perdu

Slide 12 - Diapositive

J'ai perdu
Elle a perdu

Slide 13 - Carte mentale

Zet het ww in de goede vorm van de passé composé:
Vous (entendre) ça?
A
as entendu
B
as entendé
C
avez entendu
D
avez entendé

Slide 14 - Quiz

Zet het ww in de goede vorm van de passé composé:
J' (vendre) ma maison.
A
ai vendé
B
ai vendu
C
a vendé
D
a vendu

Slide 15 - Quiz

Zet het ww in de goede vorm van de passé composé:
Elles (répondre) au prof.

Slide 16 - Question ouverte

Zet het ww in de goede vorm van de passé composé:
Tu (rendre) le livre.

Slide 17 - Question ouverte

Zet het ww in de goede vorm van de passé composé:
Le garçon (descendre) du tramway.

Slide 18 - Question ouverte

Vertaal in het Frans:
Ik heb mijn huis verkocht.

Slide 19 - Question ouverte

Vertaal in het Frans:
Wij hebben de wedstrijd verloren.

Slide 20 - Question ouverte