2.5 Spelling komma's

2.5. Spelling komma's
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 1

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

2.5. Spelling komma's

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen deze les
1. Aan het einde van de les weet je wanneer je een komma in een zin gebruikt. 

Slide 2 - Diapositive

Voorkennis activeren: wanneer gebruiken we een punt in de zin?

Slide 3 - Question ouverte

Wanneer gebruiken we een komma?

Slide 4 - Question ouverte

Instructie komma
  • De komma is een leesteken dat IN een zin staat. 
  • De komma is een korte pauze in een zin. 
Wanneer gebruik je een komma?
1. Tussen de delen van een opsomming.
2. Voor woorden zoals want, maar en omdat. 
3. Tussen twee persoonsvormen: Als je je huiswerk maakt, kun je beter geen muziek aan hebben.

Slide 5 - Diapositive

Op tafel liggen mijn boeken mijn mobiele telefoon en mijn sleutels.

Slide 6 - Question ouverte

Ik vind wiskunde leuk want we hebben een grappige leraar.

Slide 7 - Question ouverte

Als je je huiswerk maakt kun je beter geen muziek aan hebben.

Slide 8 - Question ouverte

Als je roept kom ik meteen.

Slide 9 - Question ouverte

Marlies moet opschieten want anders komt ze te laat op school.

Slide 10 - Question ouverte

Doelcontrole:
Een komma staat vaak aan het einde van een zin.

A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quiz

Dubbele punt
Dubbele punt gebruik je: 
--> Bij een aankondiging: Dit is de uitslag: Jessica heeft de partij gewonnen met 7 tegen 6. 
--> Bij een opsomming: Wij hebben drie honden thuis: een labrador, een poedel en een teckel.

Slide 12 - Diapositive

Ik heb meerdere vakken Nederlands wiskunde economie en wiskunde

Slide 13 - Question ouverte