Verkoopgesprek

• Retail
• MBO
• Studiejaar 1

verkooples

create.kahoot.it

create.kahoot.it

Hoe zou jij als klant behandeld willen worden?

Waar erger jij je aan
in een winkel?

onderdelen verkoop gesprek

een verkoop gesprek bestaat uit 3 onderdelen:

- ontvangen van klant

-advies geven

-afronden

ontvangen klant

- aanspreken (instapmoment)

 -begroeten

-openingszin zeggen

advies geven

-Koopwens onderzoeken

-Advies geven

-Prijs noemen

Afronden

-Afhandelen

-Bijverkoop

-Afscheid nemen

ontvangen klant

advies geven

afronden

- Vraag of de klant nog andere vragen of wensen heeft. Verwijs eventueel naar de juiste afdeling.

- Als een klant een product koopt, kun je proberen er iets bij te verkopen (bijverkoop). Je kunt bijvoorbeeld een klant die een kom met vissen koopt adviseren om voeding bij te kopen. Vraag het altijd vriendelijk, dring niet aan, maar informeer gericht: heeft u al vissenvoeding in huis? Dit doe je pas als de klant over zijn andere aankopen besloten heeft. Als verkoper kun je meet omzet creëren.

- Bedien je ook de kassa, reken dan af.

- Pak het product in. Dit kan op twee manieren: decoratief of geschikt voor transport. Als het een cadeau, gebruik je folie of inpakpapier. Je kunt de verpakking versieren met lint of kaartjes. Als het product kwetsbaar is en extra beschermd moet worden tijdens het vervoer pak je het in zodat het geschikt is voor transport.

- Verleen service. Dit betekent gratis iets extra’s voor de klant doen, bijvoorbeeld extra goed inpakken of helpen tillen. Zorg ervoor dat een klant tevreden naar huis gaat.

Verkoopvaardigheden

stellingen

1. Voor verkoper moet je echt in de wieg zijn gelegd: je kunt het niet leren

1. Waar
2. Niet waar

2. Een goede verkoper kan goed luisteren

1. Waar
2. Niet waar

3. Bij verkopen gaat het er vooral om, om zoveel mogelijk aan de klant aan te smeren

1. Waar
2. Niet waar

4. Bij het begin van een verkoopgesprek is het goed om direct ter zake te komen

1. Waar
2. Niet waar

5. Als een klant bezwaren heeft tegen jouw product of dienst, betekent dat dat hij niet geïnteresseerd is

1. Waar
2. Niet waar

6. Een verkoopgesprek gaat vaak volgens een vaste volgorde

1. Waar
2. Niet waar

7. Hoewel er verschillende klanttypen bestaan, hoef je daar geen rekening mee te houden tijdens je verkoopgesprek

1. Waar
2. Niet waar

8. Een verkoopgesprek kun je voorbereiden

1. Waar
2. Niet waar

9. Als je klant niet koopt na je gesprek, is deze klant in de toekomst niet interessant

1. Waar
2. Niet waar

10. Als je over een goede babbel beschikt, ben je al voor 90% een goede verkoper

1. Waar
2. Niet waar

11. Een goede verkoper probeert altijd de duurste dienst of het duurste product te verkopen

1. Waar
2. Niet waar

12. Het is onbeleefd of tijdens een verkoopgesprek meer proberen te verkopen dan wat de klant aanvankelijk aangaf te willen

1. Waar
2. Niet waar

13. Tijdens een verkoopgesprek mag je best liegen of overdrijven

1. Waar
2. Niet waar

Belangrijkste eigenschappen verkoper

Luisteren

Vragen stellen

Makkelijk praten

Productkennis