Werkwoordspelling - keuzetijd - p2 - les 3 gw + bn

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Wat gaan we deze les doen?

Lesdoel: aan het einde van deze les weet ik hoe ik werkwoorden in de onvoltooide tijd, de gebiedende wijs en een bijvoeglijk naamwoord spel en heb ik daarmee geoefend om het goed te snappen en onthouden

1. Uitleg werkwoordspelling / zelfstandig werken                         15 min.    
2. Extra uitleg / aan de slag                                                                  25 min. 
3. Afsluiter

Wat schrijf ik altijd als eerste op als ik een werkwoord spel?

Welke twee regels heb ik tot nu toe geleerd?

Waarom schrijf je soms 'gebeurt' en soms 'gebeurd'?

Het bijvoeglijk naamwoord

Het bijvoeglijk naamwoord

De geposte brief

De beantwoorde brief

Het verlichte fietspad

Het kapotte lampje 

Het bijvoeglijk naamwoord

De geposte brief

De beantwoorde brief

Het verlichte fietspad

Het kapotte lampje 

Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord

Het bijvoeglijk naamwoord

De geposte brief

De beantwoorde brief

Het verlichte fietspad

Het kapotte lampje 

Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord

Een bijvoeglijk naamwoord schrijven we zo kort mogelijk als de uitspraak toelaat 

Het bijvoeglijk naamwoord

Het verlaten weggetje (weggetje is verlaten)

Het verlate meisje (meisje is verlaat)

Twijfel je of er een -n achter moet? 
 

Maak er in je hoofd een voltooid deelwoord van. Eindigt op een -n? Dan bij het bijvoeglijk naamwoord ook. 

De gebiedende wijs

De gebiedende wijs

Loop naar de maan 

Houd toch eens je mond

Word volwassen! 

De gebiedende wijs

Loop naar de maan 

Houd toch eens je mond

Word volwassen! 

Tegenwoordige tijd: dus gebruik je ezelsbruggetje!

De gebiedende wijs schrijf je zo kort mogelijk als de uitspraak toelaat 

De onvoltooide tijd

De onvoltooide tijd

Rokend liep hij door de straat

Lachend zit hij op zijn stoel 

Fietsend zwiert hij door de straten 

Bellend wandelt hij door de school 

De onvoltooide tijd

Rokend liep hij door de straat

Lachend zit hij op zijn stoel 

Fietsend zwiert hij door de straten 

Bellend wandelt hij door de school 

De onvoltooide tijd is in de omschreven gebeurtenis nog niet afgerond

De onvoltooide tijd

Rokend liep hij door de straat

Lachend zit hij op zijn stoel 

Fietsend zwiert hij door de straten 

Bellend wandelt hij door de school 

De onvoltooide tijd is in de omschreven gebeurtenis nog niet afgerond

De onvoltooide tijd schrijven we altijd met een d 

(lachen) liep hij door het klaslokaal

(worden) nou toch eens een keer volwassen!

De (beantwoorden) brief kwam te laat.

Het (verlaten) weggetje ligt er treurig bij.

extra uitleg / aan de slag

Aan de slag

• Ga verder in je opdrachtenboekje 

Ik snap werkwoordspelling

1. Zeker wel
2. Snappen is een groot woord
3. Waar is de uitgang?