Marketing 3.a.1.

1 / 47
suivant
Slide 1: Diapositive
Marketing & CommunicatieMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 47 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen?
- PPT + afmaken alles van voorgaande week (weken)
- THUIS: Podcast opnemen
Tweede les deze week: alles afmaken + leren voor je toetsen
(dus ook Quiz Air!)

Slide 2 - Diapositive

Ik weet wat ik moet leren voor de toets.
Ja
Nee
Ongeveer

Slide 3 - Sondage

Hoe leer je voor een toets?
Niet
PowerPoints docent
Het boek
StudyGo (WRTS)
Ik maak samenvattingen

Slide 4 - Sondage

Je richt je bij marketing op
A
Consumenten
B
Klanten
C
Bedrijven
D
Doelgroep

Slide 5 - Quiz

Wat zijn demografische kenmerken?
A
Kenmerken zoals koopgedrag, merkvoorkeur en mediaconsumptie.
B
Kenmerken zoals persoonlijkheid, waarden en interesses.
C
Kenmerken zoals leeftijd, geslacht, inkomen en opleidingsniveau.
D
Kenmerken zoals woonplaats, land en klimaat.

Slide 6 - Quiz

Welke factoren kunnen worden gebruikt bij doelgroepsegmentatie?
A
Demografische, geografische, psychografische en gedragsmatige factoren.
B
Kwaliteit, prijs, en merkbekendheid.
C
Economische, politieke, en technologische factoren.
D
Sociale media, online winkelen, en mobiele applicaties.

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Diapositive

Wat is een sociaal-economisch kenmerk dat aangeeft welke functie iemand heeft?
A
Leeftijd
B
Nationaliteit
C
Beroep
D
Geslacht

Slide 9 - Quiz

Waarom is doelgroepsegmentatie belangrijk?
A
Het vergroot de winstmarges van een bedrijf.
B
Het zorgt voor lagere productiekosten.
C
Het stelt bedrijven in staat om gerichter te adverteren en producten te ontwikkelen.
D
Het vermindert de concurrentie in de markt.

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

3

Slide 13 - Vidéo

00:10
Van welk merk is deze reclame?
A
Amazon
B
Instagram
C
Nike
D
E-bay

Slide 14 - Quiz

00:59
Wat is de missie van Nike?
A
Iedereen voorzien van Nike kleding en schoenen
B
Just do it!
C
iedere atleet ter wereld inspiratie en innovatie te bieden
D
het beste merk in de wereld met superieure klantenservice en merk belevenis te worden

Slide 15 - Quiz

02:04
Wat is het doel van Nike
met de commercial?

Slide 16 - Carte mentale

Wat is een belangrijk verschil in marketingbenadering tussen B2B en B2C?
A
B2B en B2C gebruiken dezelfde marketingbenadering.
B
B2B richt zich op het stimuleren van impulsieve aankopen, terwijl B2C zich richt op het opbouwen van langetermijnrelaties.
C
B2B richt zich vaak op het opbouwen van langetermijnrelaties, terwijl B2C zich richt op het stimuleren van impulsieve aankopen.
D
B2B richt zich op het creëren van emotionele banden met klanten, terwijl B2C zich richt op het bieden van zakelijke oplossingen.

Slide 17 - Quiz

Wat is een ander verschil tussen B2B en B2C?
A
B2B transacties hebben kortere verkoopcycli dan B2C transacties.
B
B2B transacties vinden alleen online plaats, terwijl B2C transacties zowel online als offline kunnen zijn.
C
B2B transacties zijn meestal groter in omvang dan B2C transacties.
D
B2C transacties zijn meestal groter in omvang dan B2B transacties.

Slide 18 - Quiz

Wat is het belangrijkste verschil tussen B2B en B2C?
A
Er is geen verschil tussen B2B en B2C.
B
B2B richt zich op zakelijke klanten, terwijl B2C zich richt op consumenten.
C
B2B richt zich op consumenten, terwijl B2C zich richt op zakelijke klanten.
D
B2B richt zich op de detailhandel, terwijl B2C zich richt op de groothandel.

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Hoe verhouden een missie en visie zich tot elkaar?
A
Een missie vormt de basis voor een visie.
B
Een missie is gebaseerd op een visie.
C
Een visie is een onderdeel van een missie.

Slide 22 - Quiz

Wat is het doel van een visie?
A
Een visie inspireert en motiveert medewerkers om gezamenlijke doelen te behalen.
B
Een visie richt zich op het verhogen van winstgevendheid.
C
Een visie beschrijft de huidige situatie van een organisatie.

Slide 23 - Quiz

Welke is een juiste beschrijving van een missie?
A
Een missie beschrijft de geschiedenis van een organisatie.
B
Een missie geeft aan waar een organisatie voor staat en wat ze willen bereiken.
C
Een missie beschrijft de toekomstige doelen van een organisatie.

Slide 24 - Quiz

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive

Hoe draagt een brandstory bij aan het marketingconcept?
A
Het verlaagt de kosten van marketingactiviteiten
B
Het verbetert de productkwaliteit
C
Het helpt bij het creëren van een merkimago en het opbouwen van merkloyaliteit
D
Het vergroot de marktpenetratie

Slide 28 - Quiz

Wat is de definitie van een brandstory?
A
Een slogan die het merk vertegenwoordigt
B
Een advertentie die het merk promoot
C
Een productbeschrijving van het merk
D
Een verhaal dat het merk en zijn waarden communiceert

Slide 29 - Quiz

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Diapositive

Hoe positioneert Nike zich in de markt?
A
Nike positioneert zich als een merk dat alleen schoenen verkoopt.
B
Nike positioneert zich als een goedkoop merk met lage kwaliteit producten.
C
Nike positioneert zich als een merk dat gericht is op kinderen.
D
Nike positioneert zich als een premium merk met hoogwaardige producten.

Slide 33 - Quiz

Slide 34 - Diapositive

Slide 35 - Diapositive

Slide 36 - Diapositive

Wat zijn kenmerken van de laggards fase?
A
Ze zijn de eerste groep die een nieuw product koopt
B
Ze hebben traditionele opvattingen en zijn moeilijk te overtuigen
C
Ze zijn bereid om risico's te nemen en hebben invloed op anderen
D
Ze hebben een grote invloed op de early majority fase

Slide 37 - Quiz

Wat zijn kenmerken van de early adopters fase?
A
Ze zijn de eerste groep die een nieuw product koopt
B
Ze zijn de laatste groep die een nieuw product koopt
C
Ze zijn terughoudend en hebben moeite met verandering
D
Ze zijn bereid om risico's te nemen en hebben invloed op anderen

Slide 38 - Quiz

Wat is volgens marketing een adoptiecurve?
A
Een curve die de concurrentie in een markt weergeeft
B
Een curve die de winst van een bedrijf weergeeft
C
Een grafische weergave van de acceptatie van een nieuw product
D
Een curve die de verkoopcijfers van een product weergeeft

Slide 39 - Quiz

Slide 40 - Diapositive

Slide 41 - Diapositive

Slide 42 - Diapositive

Slide 43 - Diapositive

Slide 44 - Diapositive

Slide 45 - Diapositive

Slide 46 - Diapositive

Slide 47 - Diapositive