Les 3 - natte dromen en menstruatie

Les 3
Natte dromen en menstruatie
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Les 3
Natte dromen en menstruatie

Slide 1 - Diapositive

Lesplanning
Aan het eind van de les...
  • ... kan je uitleggen wat een natte droom is
  • ... kan je uitleggen wat menstruatie is

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Lien

Slide 4 - Vidéo

Wat is de gemiddelde leeftijd in Nederland waarop jongens voor het eerst een zaadlozing hebben?
A
Tussen de 8 en 10 jaar
B
Tussen de 10 en 12 jaar
C
Tussen de 12 en 14 jaar
D
Tussen de 14 en 16 jaar

Slide 5 - Quiz

Wat doet de prostaat?
A
Maakt zaadcellen aan
B
Maakt zaadvocht aan

Slide 6 - Quiz

Na de eerste zaadlozing, zijn jongens vruchtbaar
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quiz

Als jongens nog geen eerste zaadlozing hebben gehad, zijn ze onvruchtbaar
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quiz

Wat is een natte droom?
A
Dat je in bed plast
B
Dat je een seksdroom hebt
C
Dat je een zaadlozing hebt in je slaap
D
Dat het regent in je droom

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Lien

Slide 11 - Vidéo

Wat is de gemiddelde leeftijd in Nederland waarop meisjes voor het eerst ongesteld worden?
A
Tussen de 11 en 12 jaar
B
Tussen de 12 en 13 jaar
C
Tussen de 13 en 14 jaar
D
Tussen de 14 en 15 jaar

Slide 12 - Quiz

Hoe lang duurt een menstruatiecyclus gemiddeld genomen?
A
25 dagen
B
28 dagen
C
30 dagen
D
32 dagen

Slide 13 - Quiz

Hoe lang menstrueert de gemiddelde vrouw?
A
2 tot 7 dagen
B
4 tot 9 dagen
C
9 tot 13 dagen
D
13 tot 15 dagen

Slide 14 - Quiz

Ook voor haar eerste menstruatie is een meisje vruchtbaar
A
Juist
B
Onjuist

Slide 15 - Quiz

Twee stellingen over menstruatie
1. De baarmoeder maakt zich klaar voor een eventuele zwangerschap door een laagje van bloed en slijm te maken
2. Als een meisje zwanger wordt, dan zal het bloed en slijm afgestoten worden
Welke stelling is of welke stellingen zijn waar?
A
Stelling 1: waar Stelling 2: waar
B
Stelling 1: waar Stelling 2: niet waar
C
Stelling 1: niet waar Stelling 2: waar
D
Stelling 1: niet waar Stelling 2: niet waar

Slide 16 - Quiz

Afsluiting

Slide 17 - Diapositive

Exit ticket
Maak een exit ticket en kies uit een van de twee opties:
1) Nog een vraag over de les? Schrijf dit op.
2) Wat heb je geleerd tijdens de les? Schrijf dit op.

Dit mag anoniem!

Slide 18 - Diapositive