2.1: van paleis naar polis

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

2.1: Van paleis naar polis

Deze les:

• Bespreken begrippen opdracht
• uitleg 2.1
• aan de slag met opdrachten in lessonUp
• afsluitende opdracht 2.1

aan het einde van deze les:

• Kun je een antwoord geven op de deelvraag van de paragraaf.
• Kun je je kennis van de begrippen toepassen.
• Kun je uitleggen waarom er Griekse kolonies gesticht werden.

De oude Grieken

stadstaat(polis), welke afbeelding past hier bij?

Burgers, welke afbeelding past hierbij?

Kolonie, welke afbeelding past hierbij?

Kolonien buiten Griekenland:

Oorzaken:

Klimaat in Griekenland is niet heel geschikt voor de landbouw, veel oogsten mislukken.

oogsten mislukken vaak

godin Demeter, zij kan zorgen voor een goede oogst.

Kolonien buiten Griekenland

oorzaken:

Veel Grieken trekken weg. Op zoek naar een beter leven naar gebieden langs de Middellandse Zee. Hier gaan ze wonen

rond 800 v.Chr. kolonien in Italie, Turkije en Spanje.

kolonien buiten Griekenland:

gevolgen:

- deel van de oogst per schip naar het  ' moederland' Griekenland vervoerd.

- handel

- mensen leren de Griekse cultuur kennen en nemen die over.

Statstaten/ polis:

zelfstandige staat die bestaat uit een stad met het omliggende gebied.

burger(schap)

Het feit dat je bij een staat hoort en daar politieke rechten (en plichten) hebt.

aan de slag:

Maak de opgaven op de volgende slides.

Klaar? lees paragraaf 2.2

1a. Hoe ontstonden de Griekse stadstaten?

1b. Waardoor was kolonisatie nodig?

Leg uit hoe deze Griekse tempel in Turkije terecht is gekomen, gebruik in je antwoord het begrip: kolonisatie.

Leg het verschil tussen een stadstaat en een staat uit. (lees het groene stukje op blz. 34 in je boek als je het niet weet)

Zoek het antwoord op in je boek. Waarom was er rond 550 v.Chr. geen kolonisatie meer nodig?

Wat is eerder 1500 v.Chr. of 500 v.Chr.?

1. 1500 v.Chr.
2. 500 v.Chr.

Wat is eerder 500 v.Chr. of 490 v.Chr.

1. 500 v.Chr.
2. 490 v. Chr

Afsluiting 2.1: Samenvattingsopdracht

Maak een mindmap van de belangrijkste dingen uit paragraaf 2.1, gebruik hiervoor je lesboek blz. 32,33,34. 

zorg dat in elk geval de begrippen en de deelvragen uitgelegd zijn in je mindmap. maak een screenshot van je mindmap en plaats hem in de volgende opdracht in lessonUp

Mindmap 2.1

Huiswerk:

Lees paragraaf 2.2

maak van werkblad 1 van H2 opdracht 1

(www.gs-werkbladen.nl)