Grammar Period 2 WIRED 1MH1

• eng
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Grammar WIRED Period 2

1MH1

Author: L Salehar

1MH1 

Eerste les Engels!

Begin van de les:

- jullie zitten op je plekken en hebben je werkboek, schrift en je iPads klaar

Heb je een vraag?

Hand om hoog (niet door elkaar praten!!)

Respect!

- We respecteren elkaar (je schoolgenootjes en je docent)

- We lachen niet om elkaar

Waarschuwingen

- Is je naam op het boord -> dan moet je beter opletten

- Heb je een streepje naast je naam -> je blijft na 

(maar als je tot het eind van de les nog goed gedraagt kan die streepje verwijderd worden -> dus hoef je niet nablijven)

Duidelijk?

OK! Let's go!!

AGENDA Grammar

- Present Simple

- Present Continuous

Hoe vertellen we over...

- de dingen die we met regelmaat doen?

I drink coffee every day.

She eats breakfast at 7 a.m.

John reads books during class.

They go to cinema every weekend.

Wat betekent 

'shit rule'?

Present simple:

Bij ontkennende en vragende zinnen:

Ontkennende zinnen: 

I don't eat fish. 

He doesn't read books.

Vragende zinnen:

Do they eat fish?

Does he read books?

Present Simple:

1. She ________ (drink) coffee.

2. I _________(not drink) tea.

3. _______ they _______ (love) rock music?

4. She _____________ (not drive) a car.

5. The dog ___________ (not eat) vegetables.

6. ________ John ________(fly) to London every week?

7. They __________ (cycle) to school. 

do not/don't drink

Do they love...?

does not/doesn't drive

does not/doesn't eat

does John fly...?

she drinks

they cycle

Hoe vertellen we het over 

- wat nu aan de gang is?

I am talking about grammar at the moment.

Jesper is looking out of the window right now. 

The students are listening to the teacher at the moment.

Present Continuous

Hoe maken we dan Present Continuous?

I am talking about grammar.

Jesper is looking out of the window. 

The students are listening to the teacher.

Present Continuous

1. Welke persoon is het?

1. I -> AM

2. He/she/it -> IS

3. They/we/you -> ARE     

2. Voeg ING toe bij het werkwoord!

go -> going

look -> looking

2 stappen:

Hoe maken we dan Present Continuous?

I am talking about grammar.

Jesper is looking out of the window. 

The students are listening to the teacher.

Present Continuous

1. Welke persoon is het?

1. I -> AM

2. He/she/it -> IS

3. They/we/you -> ARE     

2. Voeg ING toe bij het werkwoord!

go -> going

look -> looking

2 stappen:

Bij ontkennende en vragende zinnen:

Ontkennende zinnen: 

I am not looking out of the window.
He is not reading a book right now.

They are not listening to the teacher.

Vragende zinnen:

Am I eating right now?

Is he reading  a book?

Are they listening to the teacher?

Hoe maken we dan Present Continuous?

I am talking about grammar.

Jesper is looking out of the window. 

The students are listening to the teacher.

Present Continuous

1. Welke persoon is het?

1. I -> AM

2. He/she/it -> IS

3. They/we/you -> ARE     

2. Voeg ING toe bij het werkwoord!

go -> going

look -> looking

2 stappen:

Bij ontkennende en vragende zinnen:

Ontkennende zinnen: 

I am not looking out of the window.
He is not reading a book right now.

They are not listening to the teacher.

Vragende zinnen:

Am I eating right now?

Is he reading  a book?

Are they listening to the teacher?

PAS OP: Werkwoord + ING spelling!

1. Short words that end on a medeklinker -> krijgen een extra letter

get -> getting, sit -> sitting

1MH1: Present Continuous oefening

1. Bekijk: Is het bevestigende, vragende of ontkennende zin?

2. Beslis: Is het AM/IS/ARE?

3. Herschrijf het werkwoord

4. Voeg ING toe (pas op met spelling)

Click on the link: LINK

Write 5 sentences -> What are you doing right now?
Use Present Continuous

Gebruik nog signaalwoordjes: Right now, at the moment...

Done?

QUIZLET woordjes