Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Nederlands
Starttaal instap deel A thema 1
Taak E: Hoe zit dat ook alweer? (blz 58 - 69)
Slide 1 - Diapositive
Spelling
eEn. les OveR HOOFDletters! en LeesTekens?
Slide 2 - Diapositive
Lesdoelen
In deze les:
- Leer je wanneer je hoofdletters moet gebruiken
- Leer je wanneer je punten, komma's en vraagtekens moet gebruiken.
Slide 3 - Diapositive
Startopdracht - lees voor (duo's)
het is een goed idee om in de klas naast iemand te gaan zitten die je niet zo aardig vindt dat blijkt uit een onderzoek onderzoekster yvonne van den berg heeft ontdekt dat je elkaar na een tijdje vanzelf aardiger gaat vinden dat komt omdat je iemand gaat waarderen als je hem beter leert kennen denk jij ook dat je vanzelf vrienden wordt als je vaak naast iemand zit
Slide 4 - Diapositive
Startopdracht - lees voor (klas)
Het is een goed idee om in de klas naast iemand te gaan zitten die je niet zo aardig vindt.Dat blijkt uit een onderzoek.Onderzoekster Yvonne van den Berg heeft ontdekt dat je elkaar na een tijdje vanzelf aardiger gaat vinden.Dat komt omdat je iemand gaat waarderen als je hem beter leert kennen.Denk jij ook dat je vanzelf vrienden wordt als je vaak naast iemand zit?
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Vidéo
Leestekens
Punt .
Aan het einde van een zin:
De man loopt op straat. Ik maak altijd mijn huiswerk.
Vraagteken ?
Wanneer je een vraag stelt:
Weet jij wat de weektaak is? Hebben we morgen vrij?
Uitroepteken !
Extra nadruk:
Hé, jij daar! Stop! Ik weet echt niet wat ik moet doen! Help!!!
Slide 7 - Diapositive
Actie: Opdracht 1 (blz. 58 -59)
a + b Klassikaal
c+d alleen maken
Slide 8 - Diapositive
Opdracht 1c 1. Wat valt er op aan het verslag van Job?
Slide 9 - Question ouverte
Opdracht 1c
3. Wat is het verschil tussen een hoofdletter en andere letters van een zin?
Slide 10 - Diapositive
1c - 4. Bij welke woorden schrijf je een hoofdletter?
Slide 11 - Carte mentale
1d Hoeveel punten staan er in het verslag van Job? Tel de punten.
A
6
B
7
C
8
D
9
Slide 12 - Quiz
Opdracht 2 - 3 - 4(blz. 60 - 63)
Lees samen de uitleg
Opdracht 2: Schrijf elke zin met hoofdletters en punten
Opdracht 3: het alfabet, hoe heb jij het geleerd?
Opdracht 4: jouw naam en van je tafelmaatje
Slide 13 - Diapositive
Schrijf de voor- en achternaam van jouw tafelmaatje correct op
Slide 14 - Carte mentale
Opdracht 5
Samen - quiz
Welk woord heeft een hoofdletter?
Slide 15 - Diapositive
sami - jongen - vriend
A
Sami
B
Jongen
C
Vriend
Slide 16 - Quiz
merk - mode - nike
A
Merk
B
Mode
C
Nike
Slide 17 - Quiz
engeland - veerboot - zee
A
Engeland
B
Veerboot
C
Zee
Slide 18 - Quiz
baby - dochter - noa
A
Baby
B
Dochter
C
Noa
Slide 19 - Quiz
visser - ijselmeer - zeilen
A
Visser
B
IJselmeer
C
Zeilen
Slide 20 - Quiz
bloemendaal - hockey - hoofdklasse
A
Bloemendaal
B
Hockey
C
Hoofdklasse
Slide 21 - Quiz
margherita - pizza - restaurant
A
Margherita
B
Pizza
C
Restaurant
Slide 22 - Quiz
dorp - dorpslaan - markt
A
Dorp
B
Dorpslaan
C
Markt
Slide 23 - Quiz
plaatsnaam - maastricht - stad
A
Plaatsnaam
B
Sittard
C
Stad
Slide 24 - Quiz
Schrijf over. Zet hoofdletters en leestekens waar dat moet.
morgen begint de kermis
Slide 25 - Question ouverte
Slide 26 - Diapositive
Opdracht 5 (blz 65-66)
Uitleg (klassikaal)
Opdracht - alleen
Klaar?
Maak de EXTRA OPDRACHT (blz. 67-68)
Slide 27 - Diapositive
Terugkijken (blz. 69) b. 1 Wat heb je van de opdrachten bij taak E geleerd?