Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
GMK
Aandoeningen van de mond, keel en neusholte
oorproblemen
Slide 1 - Diapositive
Waarom komen klachten van de neus, oor en keelholte vaak tegelijk voor?
Slide 2 - Question ouverte
Slide 3 - Diapositive
Geef 5 mogelijke toedieningsvormen voor toepassing in de keel, neus of oren
Slide 4 - Question ouverte
Lokale werking
Systemische werking
Neusspray
Tablet
Oorzalf
Orale gel
Mondspoeling
Oordruppels
Slide 5 - Question de remorquage
Wat is GEEN voordeel van geneesmiddelen met een lokale werking?
A
Lagere dosis nodig
B
Minder bijwerkingen
C
Sneller effect
D
Werkt door het hele lichaam
Slide 6 - Quiz
aandoeningen mond
Infectie (virus, bacterie, schimmel)
Virus: herpes simplex -> koortslip
Bacterie: faryngitis of tonsillitis
Schimmel: candida albicans -> spruw
Aften
Slide 7 - Diapositive
behandeling
Symptomatisch:
Speekselproductie verhogen: smering van mond en keel + antiseptische eigenschappen speeksel
Analgetica: systemisch of lokaal (lidocaïne-aanstipvloeistof)
Causale behandeling:
Antibiotica
Antimycoticum
Antiviraal middel
Slide 8 - Diapositive
Welke externe factoren hebben een negatieve invloed op de gezondheid van de mond?
Slide 9 - Question ouverte
negatieve factoren
roken, alcohol, scherpe kruiden, te warme dranken, slechte gebitshygiëne, een slecht passend kunstgebit etc.
halitose = slechte adem
Slide 10 - Diapositive
Waar wordt een keelontsteking meestal door veroorzaakt?
A
Bacterie
B
Parasiet
C
Schimmel
D
Virus
Slide 11 - Quiz
keelontsteking
80% van de keelontstekingen wordt veroorzaakt door een virus --> adviezen
Overige 20% meestal door streptokokken, witte stippen in de keel --> AB
1e keus: Feneticilline (Broxil), fenoxymethylpenicilline
2e keus: azitromycine
Slide 12 - Diapositive
Welk effect heeft een zuigtablet bij keelpijn?
Slide 13 - Question ouverte
Strepsils zijn zuigtabletten met een antibacterieel effect. Werken deze beter bij keelontsteking dan 'normale' zuigtabletten?
A
Ja
B
Nee
Slide 14 - Quiz
Wat is geen kenmerk van een orale schimmelinfectie?
A
Wordt ook wel 'spruw' genoemd
B
Komt vaak bij baby's voor
C
Komt vaak bij astma/COPD voor
D
Wordt behandeld met een antibioticum
Slide 15 - Quiz
Welk geneesmiddel wordt niet gebruikt bij een orale schimmelinfectie?
A
Amoxicilline drank
B
Daktarin orale gel
C
Fungizone drank
D
Nystatine suspensie
Slide 16 - Quiz
Waarom wordt Daktarin orale gel niet gebruikt bij kinderen < 4 maanden?
A
Bijwerkingen
B
Geen effect
C
Niet onderzocht
D
Verstikkingsgevaar
Slide 17 - Quiz
Welk middel vergroot de kans op een orale schimmelinfectie?
A
Antihistaminica
B
Hoestdrank
C
Inhalatiecorticosteroïden
D
Luchtwegverwijders
Slide 18 - Quiz
Slide 19 - Diapositive
Slide 20 - Diapositive
Gaan aften vanzelf over?
A
Nee
B
Ja, na 2-3 dagen
C
Ja, na 1 week
D
Ja, na 2 weken
Slide 21 - Quiz
Wat is geen kenmerk van lidocaïne orale gel?
A
Werkt verdovend
B
Beste voor het eten gebruiken
C
Beste na het eten gebruiken
D
Zonder recept verkrijgbaar
Slide 22 - Quiz
aandoeningen neus
Allergische rhinitis
Chronische ontstekingsreactie van het neusslijmvlies veroorzaakt door allergenen -> zwelling en irritatie aan het neusslijmvlies
Twee soorten:
seizoensgebonden: hooikoorts
niet-seizoensgebonden: huisstofmijt, haren of huidschilfers dieren
Slide 23 - Diapositive
aandoeningen neus
Niet-allergische rhinitis
Ontstekingsreactie van het neusslijmvlies veroorzaakt door niet-allergische prikkels
Slide 24 - Diapositive
behandeling
Decongestiva:
Xylometazoline en natriumchloride -> vernauwing kleine bloedvaten -> neusslijmvlies slinkt -> de afvoer wordt wijder -> het slijm kan worden afgevoerd
Xylometazoline: niet langer dan 5 dagen en niet gebruiken bij jonge kinderen < 2 jaar. Bij oudere kinderen: kinderdosering!
Slide 25 - Diapositive
behandeling
Antihistaminica:
O.a. azelastine, levocabastine: neusspray -> blokkeren de receptoren van histamine -> histamine heeft geen effect
Slide 26 - Diapositive
behandeling
Lokale corticosteroïden:
O.a. triamcinolon, mometason: neusspray -> onderdrukken de ontstekingsreactie -> continu gebruik om beschermend te werken
Slide 27 - Diapositive
oorproblemen
Otitis media: middenoorontsteking -> decongestiva kunnen verlichting geven
Otitis externa: ontsteking van de gehoorgang -> zure oordruppels met corticosteroïden of oordruppels met aluminiumacetoraat