5.2 Grammar & Phrases

Vak: Engels
Hoofdstuk: 5.2 Grammar & Phrases
1.
Lesson opening
2.
Lesson goals
3.
Arrangements + Mini-check
4. 
Instruction
5.
Supervised practice
6. 
Work independently
7.
Evaluation
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 2

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Vak: Engels
Hoofdstuk: 5.2 Grammar & Phrases
1.
Lesson opening
2.
Lesson goals
3.
Arrangements + Mini-check
4. 
Instruction
5.
Supervised practice
6. 
Work independently
7.
Evaluation

Slide 1 - Diapositive

1. Lesson opening
Take your English book but keep it closed.

Homework check: 
-

Slide 2 - Diapositive

2. Lesson goals
After this lesson: 
- kun je de grammar van de comparisons toepassen
- weet je hoe je de present perfect herkent en gebruikt
- kun je de irregular verbs die horen bij de present perfect






Slide 3 - Diapositive

3. Arrangements
- Verdiept: kijk of je zelfstandig aan de slag kunt of dat je mee wil doen aan de instructie. 
Jessica, Gijs, Jochem & Jamie

- Basis: doe mee aan de mini-check. Alles goed? Zelfstandig aan de slag. Niet alles goed? Instructie volgen, daarna aan de slag. 
Jaysen & Zouhir

- Intensief: doe mee aan de mini-check. Instructie volgen en samen begeleid inoefenen.
Niek

Slide 4 - Diapositive

Mini-check
leerlingen in het basis en intensief arrangement doen mee met de mini-check. 
Er is geen mini-check vandaag. Iedereen doet mee met de instructie. 

Slide 5 - Diapositive

Wie maakt wat:
3 vragen of meer goed? Ga zelfstandig aan de slag:
Je maakt zelfstandig -

De rest doet mee met de instructie.

Slide 6 - Diapositive

4. Instruction
Lees en kijk mee naar de volgende dia. 


Slide 7 - Diapositive

Comparisons

Slide 8 - Diapositive

Comparisons: welke is onjuist?
A
far - further - furthest
B
little - less - least
C
bad - badder - baddest
D
good - better - best

Slide 9 - Quiz

Complete the comparison:
bad - ____ - _____
A
badder, baddest
B
worse, worst
C
more bad, most bad
D
more worse, most worst

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Vidéo

Wat is hier de present perfect
A
I live in Steenwijk
B
I have lived in Steenwijk
C
I lived in Steenwijk
D
I am living in Steenwijk

Slide 12 - Quiz

present perfect
A
I have decided
B
I had decided
C
He had decided
D
I did decide

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Vidéo

Irregular verb of
verbieden
A
to forbid - forbid - forbid
B
to forbid - forbade - forbidden
C
to forbid - forbidded - forbidden
D
to forbade - forbade - forbade

Slide 15 - Quiz

5. Supervised practice
Wie kan zelfstandig aan de slag (basis & verdiept)?
Je maakt zelfstandig 5.2 opdracht 22 t/m 27 op blz. 65 t/m 68

Wie heeft nog extra instructie/leeshulp nodig (intensief)?
Niek (of vind je het lastig): Dan maken we samen opdracht 23 en 25 

Slide 16 - Diapositive

6. Work independently
Je maakt zelfstandig 5.2 opdracht 22 t/m 27 op blz. 65 t/m 68



Ben je klaar?
1. Werkboek inleveren
2. Vocabulary 5.2 leren (via het boek of Quizlet). 
3. Leren phrases writing of irregular verbs die horen bij de past simple

timer
1:00

Slide 17 - Diapositive

7. Evaluation
How did the lesson go? 
Do you have questions or did you find something difficult? 

Lesson goals: 
- kun je de grammar van de comparisons toepassen?
- weet je hoe je de present perfect herkent en gebruikt?
- kun je de irregular verbs die horen bij de present perfect?

Slide 18 - Diapositive

8. Homework & Tests
Homework:
Friday June 7th
5.2 opdracht 22 t/m 27
Tests:

Slide 19 - Diapositive