opgroeien

Opgroeien

8.1 Opgroeien
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Opgroeien

8.1 Opgroeien

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen deze les
  • Welke levensfasen zijn er?
  • Hoe verandert je lichaam?
  • Hoe ontstaan lichamelijke veranderingen?
  • Waardoor groei je zo hard in de pubertijd?

Slide 2 - Diapositive

Opgroeien

Slide 3 - Carte mentale

Zet onderstaande begrippen in de juiste volgorde van jong naar oud:
schoolkind - volwassene - baby - puber - kleuter - adolescent - peuter - oudere

Slide 4 - Question ouverte

Welke levensfasen zijn er?
Iedere levensfase verandering = ontwikkeling

Ontwikkeling: lichamelijke en geestelijke ontwikkeling   
                               
Lichamelijke ontwikkeling: - langer en zwaarder
                                           - meer spiermassa
                                           - kraakbeen wordt been (bot)
                                           - structuur van je huid 

Geestelijke ontwikkeling: - verstand verandert

Slide 5 - Diapositive

Hoe verandert je lichaam?
Als baby heb je meer elastine. Vanaf je 30e wordt dit minder.

Ook het kraakbeen verminderd als je ouder wordt. Daarom zijn oudere mensen minder flexibel en breken sneller wat.

Vrouwen worden ongesteld in de pubertijd en jongens krijgen een zaadlozing.

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

Slide 8 - Vidéo

Slide 9 - Vidéo

Hoe ontstaan lichamelijke veranderingen?
Wanneer je in de pubertijd snel groeit noemen ze dat een groeispurt.

Hormonen zijn regelstoffen, daardoor verandert je lichaam.

Ze worden gemaakt in hormoonklieren. Een voorbeeld hiervan is de hypofyse. Die regelt de groeispurt.

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

Waardoor groei je zo hard in de pubertijd
je groet door groeihormonen

Celgroei: door celdeling krijg je meer cellen = groei

groei gebeurt in de groei-schijven. Na pubertijd verbenen  ze.

Slide 13 - Diapositive

quiz

Slide 14 - Diapositive

Wat is ontwikkeling?
A
Het groter en zwaarder worden van een organisme
B
Een groeispurt
C
Een vlinder
D
Verandering in de bouw van een organisme

Slide 15 - Quiz

Hoort het bij lichamelijke of geestelijke ontwikkeling?

De baby herkent zijn oma.
A
geestelijk
B
lichamelijk

Slide 16 - Quiz

Veranderingen in de bouw van een organisme noem je:
A
kieming
B
ontwikkeling
C
aanpassing
D
wijziging

Slide 17 - Quiz

Wat is jouw volgende levensfase?
A
kind
B
adolescent
C
puber

Slide 18 - Quiz

In welke levensfase leer je lezen, schrijven en rekenen?
A
peuter
B
kleuter
C
schoolkind
D
puber

Slide 19 - Quiz

Wat hoort bij geestelijke ontwikkeling?
A
gevoelsleven
B
groeien
C
levenscyclus
D
metamorfose

Slide 20 - Quiz

Maak opdracht 55 t/m 60 (blz 230)

Slide 21 - Diapositive

Opdracht:
Maak 2 lijndiagrammen:
van elastine / van kraakbeen.

Op de horizontale lijn alle levensfases van hiernaast, op de verticale lijn de hoeveelheid.

Slide 22 - Diapositive

Lees bladzijde 30 van je boek

Slide 23 - Diapositive