Een depreciatie van de euro ten opzichte van de dollar wil zeggen dat koers van de euro stijgt ten opzichte van de dollar.
A
Juist
B
Onjuist
1 / 13
suivant
Slide 1: Quiz
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5
Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs.
Éléments de cette leçon
Een depreciatie van de euro ten opzichte van de dollar wil zeggen dat koers van de euro stijgt ten opzichte van de dollar.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 1 - Quiz
Een appreciatie van de euro ten opzichte van de dollar betekent voor de dollar een depreciatie ten opzichte van de euro.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 2 - Quiz
Een depreciatie van de Deense kroon betekent dat
A
De Deense inflatie lager wordt
B
Deense producten in het buitenland goedkoper worden
C
Denen goedkoper op vakantie kunnen in het buitenland
D
De Deense import stijgt
Slide 3 - Quiz
Op 1 februari 2016 is de koers van de euro ten opzichte van de Japanse yen (¥): € 1 = ¥ 114,04. Op 1 november 2016 is de koers: € 1 = ¥ 134,66. De koers van de euro tov de yen is tov 1 feb
A
-15,5%
B
-18,1%
C
+18,1%
D
+15,3%
Slide 4 - Quiz
Op 1 januari 2016 is de koers van de euro ten opzichte van de dollar: € 1 = $ 1,20. Op 1 december 2016 is de koers: € 1 = $ 1,06. De koers van de dollar tov de euro is op 1 dec tov 1 jan
A
+11,7%
B
-11,7%
C
-13,2%
D
+13,2%
Slide 5 - Quiz
Een toename van de export uit de eurolanden leidt tot een
A
Lagere wk € omdat de Qv€ op de valutamarkt daalt
B
Lagere wk € omdat Qa op de valutamarkt stijgt
C
Hogere wk € omdat Qa op de valutamarkt daalt
D
Hogere wk € omdat de Qv € stijgt
Slide 6 - Quiz
Een stijging van de wisselkoers van de euro kan niet veroorzaakt zijn doordat
A
Kapitaalexport > kapitaalimport
B
Rente eurozone gestegen
C
Overschot betalingsbalans eurozone
D
Export in de eurozone is gestegen
Slide 7 - Quiz
Als India aflost op een lening van het eurogebied wordt dit geregistreerd op de
A
LR uitgaven
B
LR ontvangsten
C
KR uitgaven
D
KR ontvangsten
Slide 8 - Quiz
Door een hogere rentestand in de VS gaan beleggers uit het eurogebied hun geld in de VS beleggen. Deze geldstroom wordt op de betalingsbalans van de eurolanden geregistreerd op de
A
LR uitgaven
B
LR ontvangsten
C
KR uitgavenkant
D
KR ontvangsten
Slide 9 - Quiz
de export van goederen en diensten € 51 miljard, de import van goederen en diensten € 46 miljard, de kapitaalexport € 30 miljard, de kapitaalimport € 27 miljard. Saldo LR, KR, MS:
A
LR -5, KR +3, MS -2
B
LR +5, KR -3, MS +2
C
LR +5, KR +3, MS +8
D
LR -5, KR -3, MS -8
Slide 10 - Quiz
Als de valutareserve van een land toeneemt, zal de oorzaak daarvan zijn dat
A
MS is positief
B
Tekort op betalingsbalans
C
LR is negatief
D
KR is positief
Slide 11 - Quiz
Leg uit hoe een stijgende wisselkoers van € via de lopende rekening van de eurozone weer kan zorgen voor een daling van de wisselkoers