week 15

¡Hola!
¿Qué vamos a hacer? 
  • describir personas
  • verbos regulares (ar-er-ir)
  • los verbos ser, tener, llamarse
Semana 15
1 / 39
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 39 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 5 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

¡Hola!
¿Qué vamos a hacer? 
  • describir personas
  • verbos regulares (ar-er-ir)
  • los verbos ser, tener, llamarse
Semana 15

Slide 1 - Diapositive

Describir personas
¿Qué verbos usamos?



usar
Regelmatig werkwoord. Het betekent gebruiken (denk aan het Engels)
ser
zijn, onregelmatig werkwoord.
tener
hebben, onregelmatig werkwoord.
llevar
dragen, regelmatig werkwoord.
Woordenlijst pág. 23-25

Slide 2 - Diapositive

El aspecto físico - Describir personas
¿Cómo es
Andere eigenschappen

Blok 3
¡Ojo!
Als je een mindere eigenschap van iemand beschrijft dan zet je er in het Spaans “un poco” voor. Je kunt ook het verkleinwoord gebruiken: bajito/gordita
VB: Es muy guapo pero es un poco bajo/es bajito

Slide 3 - Diapositive

El aspecto físico - Describir personas
¿Cómo es
Haarkleur
Blok 4
¡Ojo!
Vergeet het lidwoord 'el' niet voor pelo te zetten
Waarom is het “pelo rubio” en zeg je “Carmen es rubia”? 

Slide 4 - Diapositive

El aspecto físico - Describir personas
¿Cómo es
Oogkleur
blok 5
¡Ojo!
Vergeet het lidwoord 'los' niet bij de ogen te zetten
¡Ojo!
Weet je nog dat het bijvoeglijk naamwoord na het zelfstandig naamwoord komt!!! 

Slide 5 - Diapositive

El aspecto físico - Describir personas
¿Cómo es
Blok 6
Wanneer gebruik je delgado, guapo? En wanneer delgada, guapa?

Slide 6 - Diapositive

El adjetivo

Describe esta persona -->


Es un chico (klein)_________

Lleva (bril)____________

Tiene los ojos (blauw)______

Tiene el pelo (bruin)______



Slide 7 - Diapositive

Describe a  alguien de la clase. 
timer
4:00

Slide 8 - Diapositive

Rosalía, Malamente
  • Welke typische Spaanse elementen hoor en of zie je in de clip?
  • Welk element van de Paasweek in Spanje zie je in de clip?

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

La Semana Santa

Slide 11 - Diapositive

Nazarenos

Het meest in het oog springend in de Semana Santa processies van Andalusië zijn de boetedoeners (=nazarenos), die hun gezicht grotendeels bedekt hebben met hoge puntmutsen (=caripotes).


Deze mutsen stammen uit de tijd van de Spaanse Inquisitie, toen de veroordeelden om boete te doen verplicht werden een puntmuts te dragen die gezicht, rug en borst bedekte. Door het dragen van de puntmuts waren zij dichter bij de hemel, dacht men toen.
Verschillende broederschappen hebben later dit soort boetedoenings-kleding met puntmuts overgenomen. Sommige boetelingen lopen op blote voeten, dragen een kruis of slepen aan hun enkels een ketting mee.

Slide 12 - Diapositive

Jueves Santo
Heilige donderdag.

El día de su arresto y su última cena.

Slide 13 - Diapositive

Viernes Santo
Heilige Vrijdag

El día de su crucifixión.

Slide 14 - Diapositive

El domingo de Ramos
Palmzondag

Se conmemora la entrada de Jesús en Jerusalén, cuando se colocaron ramas de palma en su camino.

Slide 15 - Diapositive

Domingo y Lunes de pascua (Pascua Florida)
Pasen
Se conmemora el paso de Jesús de la muerte a la vida, se celebra la resurrección de Cristo tras pasar tres días muerto.

Slide 16 - Diapositive

¿Qué significan los huevos de Pascua?
El huevo es un símbolo de la Pascua que representa el inicio de la vida y la fertilidad
Para los cristianos, simboliza la Resurrección de Jesucristo y la esperanza de una nueva vida.

Slide 17 - Diapositive

El conejo de Pascua
Es el encargado de traer los huevos.
Es considerado también  símbolo de la vida y la fertilidad por su gran capacidad reproductiva.


Slide 18 - Diapositive

Postres típicos de Samana Santa




La mona de Pascua

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Vidéo

Slide 23 - Vidéo

Slide 24 - Diapositive

Los nazarenos 
El paso
Los soldados romanos
Las cofradías
El capataz
Los costaleros
Bijvoorbeeld een tafel versierd met beelden van de Maagd Maria of Jezus.
Dragen Jezus aan het kruis
Dragen "el paso" tijdens de  processie 
Hij leidt "de paso" en geeft instructies aan de "costaleros".
Organiseert de processies, broederschap/gilde
Lopen voor "el paso" 

Slide 25 - Question de remorquage

Hoe heten deze paaswoorden in het Spaans?
huevos de Pascua
conejo de Pascua
huevos

Slide 26 - Question de remorquage

Wanneer wordt 'la semana santa' gevierd?
A
De laatste week van december
B
In de zomervakantie
C
Wanneer wij carnaval vieren
D
De week voor Pasen

Slide 27 - Quiz

Waarom dragen sommige mensen puntmutsen tijdens Semana Santa?
A
Ziet er leuk uit
B
Dichter bij de hemel
C
Om anoniem te blijven
D
Ze gaan er beter van denken

Slide 28 - Quiz

De kleur van de kleding heeft te maken met de heilige persoon die word vereerd
A
Waar
B
Niet waar

Slide 29 - Quiz

Wat wordt er tijdens Semana Santa gevierd?
A
Het christendom
B
Maria en Josef
C
De dood van Christus
D
De dood van keizer Constantijn de 3de

Slide 30 - Quiz

Hoeveel processies zijn er tijdens Semana Santa?
A
Elke zondag een
B
Elke dag een
C
Drie per dag
D
Meerdere per dag

Slide 31 - Quiz

Wat is dit?
A
el paso
B
el nazareno
C
la saeta
D
la capa

Slide 32 - Quiz

Wat is dit?
A
el costalero
B
la cofradía
C
la saetae
D
el paso

Slide 33 - Quiz

Slide 34 - Vidéo

Slide 35 - Vidéo

Slide 36 - Diapositive

Slide 37 - Diapositive

¿Quién es quién?

Slide 38 - Diapositive

vamos a escuchar
Open je Libro de alumno op pagina 50 en luister naar opdracht 2.
Noteer onder de foto welk fragment bij welke persoon hoort.  

Slide 39 - Diapositive