Quiz over de toetsweek stof

Quizzzz
Succes allemaal!!!
1 / 52
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 52 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Quizzzz
Succes allemaal!!!

Slide 1 - Diapositive

Zet de eenheden uit het metriek stelsel op volgorde van groot naar klein
ca
are
ha
km²
dam²
cm²
mm²
hm²
dm²

Slide 2 - Question de remorquage

Lengtematen omrekenen
500 m = ..... km
A
0,5 km
B
5 km
C
50 km
D
500 km

Slide 3 - Quiz

Omrekenen:
7000 m = ? km
A
70 km
B
7 km
C
0,7 km
D
700 km

Slide 4 - Quiz

Lengtematen omrekenen
3400 cm = ..... dm
A
34 dm
B
3400 dm
C
3,4 dm
D
340 dm

Slide 5 - Quiz

Lengtematen omrekenen
10 km = ..... m
A
10 m
B
1000000 m
C
100 m
D
10000 m

Slide 6 - Quiz

Lengtematen omrekenen
70 dm = ..... mm
A
700 mm
B
7000 mm
C
70000 mm
D
70 mm

Slide 7 - Quiz

Lengtematen omrekenen
5 mm = ..... cm
A
0,5 cm
B
50 cm
C
500 cm
D
5000 cm

Slide 8 - Quiz

Omrekenen: 30 dam is....
A
300.000 mm
B
30.000 mm
C
3 mm
D
300 mm

Slide 9 - Quiz

De omtrek is...

Slide 10 - Question ouverte

Wat is hier de omtrek?

Slide 11 - Question ouverte

Wat is de omtrek?

Slide 12 - Question ouverte

Zet de eenheden uit het metriek stelsel op volgorde van groot naar klein
km
dam
cm
mm
m
hm
dm

Slide 13 - Question de remorquage

Omrekenen

200mm2=.....cm2
A
20
B
2000
C
20000
D
2

Slide 14 - Quiz

Omrekenen
200mm2 = cm2
A
20
B
2000
C
20000
D
2

Slide 15 - Quiz

bij het omrekenen met oppervlakte maten moet je per stap..
A
delen door 10
B
delen door 100
C
delen of vermenigvuldigen met 10
D
delen of vermenigvuldigen met 100

Slide 16 - Quiz

2500 mm2 + 30 dm2 = ... cm2
Denk aan de tussenstapjes van het omrekenen opschrijven

Slide 17 - Question ouverte

Oppervlakte = ... cm²

Slide 18 - Question ouverte

wat is de oppervlakte van A?

Slide 19 - Question ouverte

Bereken de oppervlakte

Slide 20 - Question ouverte

Formule oppervlakte driehoek is:

Slide 21 - Question ouverte

oppervlakte driehoek ABC

Slide 22 - Question ouverte

oppervlakte driehoek KLM

Slide 23 - Question ouverte

Bereken de oppervlakte driehoek

Slide 24 - Question ouverte

Bereken de oppervlakte driehoek

Slide 25 - Question ouverte

Zet de eenheden van inhoud op de juiste plaats.
L
mL
dm³
cm³
cL
dL
cc

Slide 26 - Question de remorquage

Omrekenen
8 liter= ... dl
A
0,8
B
800
C
8000
D
80

Slide 27 - Quiz

Omrekenen
17,5 cl = ........ml
A
1,75 ml
B
175 ml

Slide 28 - Quiz

Omrekenen:
1000 liter =
A
1 m3
B
1 dm3
C
10 dm3
D
10 m3

Slide 29 - Quiz

Omrekenen
800 dm3= ... liter
A
0,8
B
800
C
8
D
80

Slide 30 - Quiz

Bereken de inhoud
van de balk.
(Inhoud balk = lengte x breedte x hoogte)

Slide 31 - Question ouverte

Een balk is 1,5 dm lang, 4 cm breed en 5 cm hoog.
Hoeveel kubieke centimeter is de inhoud van die balk?

Slide 32 - Question ouverte

Snelheid omrekenen
van m/s naar--> km/h
A
x 3,6
B
x 100
C
: 3,6
D
: 100

Slide 33 - Quiz

De snelheid van een auto is 108 km/h.
Hoe groot is de snelheid in m/s?
A
108 x 3,6 = 389 m/s
B
108 : 10 = 10,8 m/s
C
108 : 3,6 = 30 m/s

Slide 34 - Quiz

Usain Bolt doet 9,58 sec over 100 meter

Bereken zijn gemiddelde snelheid in km/uur
A
27,8 km/uur
B
344,9 km/uur
C
37,6 km/uur
D
360,0 km/uur

Slide 35 - Quiz

Snelheid omrekenen
12 km/uur --> ..... m/s
A
43,2
B
43200
C
3,33
D
0,0033

Slide 36 - Quiz

Leontien schaatst de 540 meter in 45 sec. Bereken haar snelheid in m/s.

Slide 37 - Question ouverte

Ralf zwemt 800 meter in 15 minuten.
Bereken zijn gemiddelde snelheid in km/uur

Slide 38 - Question ouverte

Hst 6

Slide 39 - Diapositive

6a. Welke breuk hoort bij de procenten?

20% =
A
1/5 deel
B
7/10 deel
C
1/7 deel
D
3/4 deel

Slide 40 - Quiz

Reken de breuken om naar procenten.

1/4 =
A
40 %
B
0,6 %
C
25 %
D
60%

Slide 41 - Quiz

Welke breuk hoort bij 75 procent?
A
5/7
B
5/6
C
4/5
D
3/4

Slide 42 - Quiz

6b. Welke breuk hoort bij de procenten?

70 %

A
1/5 deel
B
7/10 deel
C
1/7 deel
D
3/4 deel

Slide 43 - Quiz

Een fiets kost € 600. Je krijgt 30% korting.
Hoeveel korting krijg je?

Slide 44 - Question ouverte

Hoeveel euro korting is de korting op de sportschoenen?

Slide 45 - Question ouverte

Welke regel geldt bij een verhoudings/ procententabel?
A
alles gelijk berekenen
B
Alles wat je boven de lijn doet, doe je ook onder de lijn.

Slide 46 - Quiz


Wat is de nieuwe prijs? Gebruik een procententabel

Slide 47 - Question ouverte

Joost huurt een kamer in een studenten flat. Hij betaalt €270 huur per maand. De huurprijs gaat met 4,5% omhoog. Bereken de nieuwe huurprijs.

Slide 48 - Question ouverte

Jorien koopt een armband. Normaal kost die armband €29,75. Ze krijgt 49% korting. Hoeveel betaalt zij voor de armband?

Slide 49 - Question ouverte

In 2015 leefden er ongeveer 1590 reuzenpanda's in het westen van China. In de periode tot 2018 is dat aantal met 270 gestegen. Met hoeveel procent is het aantal reuzenpanda's toegenomen?

Slide 50 - Question ouverte

Bereken het percentage
met een tabel

Slide 51 - Question ouverte

Bereken het percentage
met een tabel

Slide 52 - Question ouverte