8.5 Oppervlaktematen omrekenen

Thema 4

Lengte, omtrek en oppervlakte
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Thema 4

Lengte, omtrek en oppervlakte

Slide 1 - Diapositive

Thema 4

Slide 2 - Carte mentale

Thema 4. 
Lesdoel:
  • Je leert lengtematen omrekenen
  • Je leert oppervlaktematen omrekenen
  • Je leert de oppervlakte en omtrek van een figuur te berekenen door rechthoeken op te tellen

Slide 3 - Diapositive

 Oppervlaktematen omrekenen
Voorbeeld:
6 km² = .... m
Stap 1:
Ga ik naar links of rechts op het schema?
Stap 2:
Hoeveel stappen moet ik zetten?
Stap 3:
Bereken het antwoord.
Naar rechts, dus x
We zetten drie stappen naar rechts, dus x 100 x 100 x 100
6 x 100 x 100 x 100 = 6 000 000
Dus 6 km² = 6 000 000 m²

Slide 4 - Diapositive

Figuren verdelen
Om de oppervlakte van dit figuur te kunnen berekenen zou je de figuur in rechthoeken kunnen verdelen.
Oppervlakte A:
1,5 x 1,5 = 2,25
Oppervlakte B:
1,5 x 1 = 1,5
Oppervlakte C:
2 x 1,5 = 3
2,25 + 1,5 + 3 = 6,75
Dus de oppervlakte is 6,75 m²

Slide 5 - Diapositive

Ken jij je het rijtje oppervlaktematen al uit je hoofd? 






Sleep de oppervlaktematen naar de juiste plek.  
km²
hm²
dam²
dm²
cm²
mm²

Slide 6 - Question de remorquage

Sleep de antwoorden naar de juiste plek
3 hm² = .. dm²
0,2 km² = .. m²
5 km² = .. m²
3000 cm² = .. m²
20 m² = .. dm²
2000
200000
5000000
0,3
3000000
300
200

Slide 7 - Question de remorquage

500 000 m2 = ____ km2
A
500
B
5
C
0,5

Slide 8 - Quiz

Terugblik.
Hoe bereken je de oppervlakte van een rechthoek?
A
alle lengte bij elkaar optellen
B
alle lengtes keer elkaar
C
lengte x breedte
D
lengte + breedte

Slide 9 - Quiz


Slide 10 - Question ouverte

Wat zijn de 2 manieren om de oppervlakte van een driehoek uit te berekenen?

Slide 11 - Question ouverte

Bereken de oppervlakte.

Slide 12 - Question ouverte

Lengte is een
A
Grootheid
B
Eenheid

Slide 13 - Quiz


A

Slide 14 - Quiz

Welke lengtemaat is groter?

A
8 m
B
70 dm

Slide 15 - Quiz

Reken de lengtemaat om.
1500 cm =
A
150 dm
B
15 dm
C
1,5 dm
D
0,15 dm

Slide 16 - Quiz

Waar sta je nu met het omrekenen van lengtematen?
A
B
C

Slide 17 - Quiz

Welke lengtemaat is groter?
A
65 dm
B
6 m

Slide 18 - Quiz

Lengtematen omrekenen
3400 cm = ..... dm
A
34 dm
B
3400 dm
C
3,4 dm
D
340 dm

Slide 19 - Quiz

Huiswerk

Slide 20 - Diapositive