Blok 8_A1 - oefenen 2

(1)
Een pen kost 2,35 euro. Ik koop er 12. Hoeveel moet ik betalen?
1 / 11
suivant
Slide 1: Question ouverte
RekenenBasisschoolGroep 8

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

(1)
Een pen kost 2,35 euro. Ik koop er 12. Hoeveel moet ik betalen?

Slide 1 - Question ouverte

(2)
3,48 + ............ = 5

Slide 2 - Question ouverte

(3)
Een tafel kostte 340 euro. Er is een prijsverhoging van 30%. Hoeveel kost de tafel nu?

Slide 3 - Question ouverte

4.
40 m3 = ............. dm3

Slide 4 - Question ouverte

(5a)
Een tuin is 8,5 meter breed en 7 meter lang. Wat is de oppervlakte? (m2)

Slide 5 - Question ouverte

(5b)
Een tuin is 8,5 meter breed en 7 meter lang. Wat is de omtrek? (m)

Slide 6 - Question ouverte

(6a)
Een zwembad is 8 meter breed, 5 meter lang en 3 meter diep. Wat is de inhoud? (m3)

Slide 7 - Question ouverte

(6b)
3000 dm3 = .............. m3

Slide 8 - Question ouverte

(7)
Appels kosten 5,20 euro per kg. Hoeveel kost 400 gram?

Slide 9 - Question ouverte

(8)
Je wilt precies 2,5 kg snoep kopen. Je hebt al 1,827 kg. Hoeveel heb je nog nodig?

Slide 10 - Question ouverte

(9)
Bij een bank krijg je 4,2% rente per jaar. Je hebt 400 euro op de bank staan. Hoeveel euro staat er na een jaar op je bank?

Slide 11 - Question ouverte