Markt en overheid hoofdstuk 5

Welkom!
  • Telefoon in de telefoontas
  • Zoek een zitplekje
  • Plenda, lesbrief en pen, potlood rekenmachine en geodriehoek op tafel
  • Laat het lokaal netjes achter! (Geen rommel/papiertjes, stoel aanschuiven)
1 / 39
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 39 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Welkom!
  • Telefoon in de telefoontas
  • Zoek een zitplekje
  • Plenda, lesbrief en pen, potlood rekenmachine en geodriehoek op tafel
  • Laat het lokaal netjes achter! (Geen rommel/papiertjes, stoel aanschuiven)

Slide 1 - Diapositive

Markt en overheid

Slide 2 - Diapositive

Planning
  • Instructie (overheidsautoriteiten, regels, octrooi)
  • Nakijken  4.11 t/m 4.18
  • Start 5.1 t/m 5.13

Slide 3 - Diapositive

Lesdoelen
  • Overheidsautoriteiten en regels
  • Octrooi

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Tata Steel
  • Waarom neemt Tata Steel niet extra maatregelen tegen vervuiling?
  • Wat moet de overheid doen om dit op te lossen?

Slide 6 - Diapositive

Rol overheid markten (2)
  • Markten werken via prijs, maar...
  • Randvoorwaarden (wetten & regels)
  • Naleving regels (autoriteiten) => marktmeester

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

ACM
  • Consumentenbescherming
  • Concurrentie en Marktwerking (Kartels)
  • Regels ingewikkelde markten (Telecom, Energie, Post)

Slide 9 - Diapositive

En veel meer...
  • Contracten (rechter)
  • Regels verslaggeving (accountants)
  • Milieuregels (RIVM)
  • Gezondheidsregels (Gezondheidsinspectie, NVWA)
  • Veiligheidsregels (Arbeidsinspectie)

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Lien

Octrooi
  • Winstkansen => bedrijven komen in actie!
  • Octrooi (=patent)
  • Alleenrecht op maken product (max 20 jaar)
  • Terugverdienen investering

Slide 14 - Diapositive

Prikkels
  • Dure ontwikkeling (technologie, medicijnen)
  • Kans van slagen niet 100% (winnaars en verliezers)

  • Monopolie (totaal- en consumentensurplus)
  • Anders geen product? (medicijnen)
  • Winst (!) => beloning voor de winnaars of oneerlijk?

Slide 15 - Diapositive

Nakijken
  • Nakijken 4.11 t/m 4.18
  • Kijk serieus en kritisch na!
  • Verbeter en vul aan! (niet alleen goed of fout)
  • Snap je het antwoord niet (helemaal)? Stel een vraag!
  • Klaar? Start 5.1 t/m 5.13

Slide 16 - Diapositive

Welkom!
  • Telefoon in de telefoontas
  • Zoek een zitplekje
  • Plenda, lesbrief en pen, potlood rekenmachine en geodriehoek op tafel
  • Laat het lokaal netjes achter! (Geen rommel/papiertjes, stoel aanschuiven)

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Lien

Samenwerken voor collectieve zaken
  • Samenwerking door bedrijven/burgers niet vanzelfsprekend
  • Individueel belang gaat voor  collectief belang
  • Gevangenendilemma (dominante strategieën) => suboptimale uitkomst

Slide 21 - Diapositive

Sociale normen
  • Reputatie
  • 'Dat doe je niet'  (of juist wel)
  • Werkt beter in kleinere homogene groepen (kerk, familie, club, etc) 

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Collectieve dwang
  • Collectief (groep) dwingt af
  • Meestal overheden (gemeente, provincie, rijksoverheid, EU)
  • Overheid kan betaling (deelnemen) verplicht maken => belastingheffing

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

Type goederen (1)
  • Is onderwijs wezenlijk anders dan een playstation?
  • Is veiligheid (politie) wezenlijk anders dan een frikandelbroodje?
  • Is een wegennetwerk wezenlijk anders dan een auto?

Slide 27 - Diapositive

Type goederen (2)
Goederen kunnen worden ingedeeld op basis van twee criteria:
  1. Wel of niet splitsbaar:
    Appels kun je wel verkopen aan een individu, straatverlichting niet.
  2. Wel of niet rivaliserend:
    Als ik een appel opeet kun jij die niet meer opeten. Als ik gebruik maak van een lantaarnpaal kun jij dat ook nog.

Slide 28 - Diapositive

Type goederen (3)
  1. Individuele goederen:
    Uitsluitbaar/splitsbaar & rivaliserend
  2. Collectieve goederen:
    Niet uitsluitbaar/niet splitsbaar & niet rivaliserend
  3. Quasi collectieve goederen:
    Hebben 1 van beide kenmerken of individuele goederen die toch door de collectieve sector worden aangeboden 

Slide 29 - Diapositive

Waarom collectieve goederen?
  • algemeen belang (bijv. veiligheid)
  • kwaliteit bewaken (bijv. rechtspraak)
  • betaalbaar houden (bijv. onderwijs)
  • niet individueel te leveren en te betalen                 (bijv. politie)

Slide 30 - Diapositive

Quasi collectieve goederen
Individuele goederen die door de overheid geproduceerd worden (semicollectieve goederen
Bijvoorbeeld onderwijs

Slide 31 - Diapositive

Externe effecten
  • Positieve of negatieve effecten van productie of consumptie voor de welvaart van anderen (=extern)
      zonder dat hiervoor wordt betaald!
  • Positief: onderwijs, vaccins, zonnepanelen
  • Negatief: milieuvervuiling, geluidoverlast

Slide 32 - Diapositive

Collectieve goederen zijn niet rivaliserend
A
juist
B
onjuist

Slide 33 - Quiz

Wat zijn voorbeelden van semi-collectieve goederen?
A
onderwijs - ziekenhuis
B
huisarts - rechtspraak
C
brandweer - straatverlichting
D
snelweg - electriciteit

Slide 34 - Quiz

Quasi-collectieve goederen zijn individuele goederen
A
juist
B
onjuist

Slide 35 - Quiz

Het is winter. Het heeft gevroren. Hendrik ziet er nu ongelofelijk tegen op om met de auto naar zijn werk te gaan. Gelukkig is er wel gestrooid. Het strooien van zout op de wegen is een voorbeeld van een:
A
Individueel goed
B
Quasi-collectief goed
C
Collectief goed
D
Niet-collectief goed

Slide 36 - Quiz

Een voorbeeld van een collectief goed is:
A
Autosnelweg
B
Bibliotheek
C
Concert
D
Dijk

Slide 37 - Quiz

Door wie worden collectieve goederen geleverd?
A
bedrijven
B
particulieren
C
overheid
D
buitenland

Slide 38 - Quiz

Evaluatie Hoofdstuk 5

Slide 39 - Diapositive