examentraining 4B3 oppervlakte en omtrek

examentraining oppervlakte/omtrek

1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

examentraining oppervlakte/omtrek

Slide 1 - Diapositive

Oefenen eindexamen 
In deze les gaan we oefenen met oppervlakte berekeningen en en we gaan een aantal oude examenopgaven oefenen die te maken hebben met oppervlakte/omtrek en snelheid. 

Slide 2 - Diapositive

formules die je moet kennen
oppervlakte vierkant/rechthoek = lengte x breedte
oppervlakte driehoek = 0,5 x zijde x hoogte
oppervlakte parallellogram = zijde x hoogte 

Formules die je wel nodig hebt, maar die op het examen gegeven worden:
oppervlakte cirkel = pi x straal x straal
omtrek cirkel = pi x diameter

Omrekenen m/s naar km/uur en anders om
..... m/s x 3,6 = ..... km/uur                                                               ...... km/uur : 3,6 = ....... m /s

Slide 3 - Diapositive

1. De oppervlakte van deze rechthoek is
A
2 + 10 = 12 m2
B
2 + 10 + 2 + 10 = 24 m
C
2 x 10 = 20 m2
D
10 - 2 = 8 m2

Slide 4 - Quiz

2. De oppervlakte van dit vierkant is
A
4 cm2
B
4 x 4 = 16 cm2
C
4 + 8 = 8 cm2
D
1 cm2

Slide 5 - Quiz

3. De oppervlakte van deze driehoek is
A
3 x 4 = 12 dm2
B
3 + 4 = 7 dm2
C
3 + 4 + 3 + 4 = 14 dm2
D
3 x 4 : 2 = 6 dm2

Slide 6 - Quiz


4. Wat is de oppervlakte van dit parallellogram?
Schrijf je berekening op

Slide 7 - Question ouverte

Oppervlakte van vierhoek
Je hebt ook nog andere vierhoeken dan een parallellogram, vierkant en rechthoek. Ook hier moet je de oppervlakte van kunnen berekenen. Dit kan op 2 manieren met opdelen in figuren die je wel kunt berekenen of met inlijsten. Bekijk de filmpjes op de volgende slides en kies de methode die jij het makkelijkste vindt.

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Slide 10 - Vidéo

5. Wat is de oppervlakte van de gehele tuin? Schrijf de berekening ook op.

Slide 11 - Question ouverte

6. Wat is de oppervlakte van dit figuur?
Typ je berekening in

Slide 12 - Question ouverte


Slide 13 - Question ouverte

8. Wat is de lengte van de dakrand?

Slide 14 - Question ouverte


Slide 15 - Question ouverte


Slide 16 - Question ouverte


Slide 17 - Question ouverte

Bakkers uit Gouda hebben op 29 juni 2013 het wereldrecord ‘grootste stroopwafel bakken’ verbroken.
Voor het deeg werd bloem, suiker en gist gebruikt in de volgende verhouding: 500 gram bloem, 150 gram suiker, 14 gram gist. Er is voor het deeg van de recordstroopwafel in totaal 30 kilogram bloem gebruikt.

Opgave 12:
Bereken hoeveel gram gist er gebruikt is voor deze stroopwafel.
A
84 gram
B
840 gram
C
9000 gram
D
8,4 gram

Slide 18 - Quiz

De diameter van deze ronde stroopwafel was 247 cm.

Een gewone stroopwafel heeft een diameter van 10 cm. De oppervlakte van de recordstroopwafel is veel groter dan de oppervlakte van een gewone stroopwafel.

Opgave 13:
Bereken hoeveel keer zo groot.
A
24,7 keer
B
610 keer
C
12,35 keer
D
25 keer

Slide 19 - Quiz

Acht vrienden gaan op vakantie. Voor het vervoer willen de vrienden een busje huren. Ze zoeken op verschillende websites.

Bushuren.nl rekent voor een busje € 28,- huur per dag.

opgave 14:
Hoeveel euro moeten de acht vrienden dan per persoon per dag betalen?

A
224 euro
B
28 euro
C
3,50 euro
D
4 euro

Slide 20 - Quiz

Op een andere website, Personenbus.com, staat de huurprijs van een busje verwerkt in een grafiek.

Opgave 15:
Maak de woordformule bij de grafiek van Personenbus.com.
A
huurprijs = 50 x aantal dagen + 50
B
huurprijs = 25 x aantal dagen + 50
C
huurprijs = 50 x aantal dagen + 25
D
aantal dagen = 25 x huurprijs + 50

Slide 21 - Quiz

Moniek laat een tv-meubel maken met een breedte van 318 cm.

Opgave 16:
Reken om: 318 cm = .................................. m.
A
31800 m
B
31,8 m
C
3,18 m
D
0,318 m

Slide 22 - Quiz

Het tv-meubel bestaat uit een hoge kast met een kastdeur en een lager gedeelte met laden. Alle maten in de tekening zijn in cm.

Opgave 17:
Hoeveel cm2 is de oppervlakte van de kastdeur?
A
14 400 cm2
B
12 384 cm2
C
13 120 cm2
D
10 496 cm2

Slide 23 - Quiz

Boven de ladenkast van het tv-meubel hangt Moniek precies in het midden een tv.
De tv is 90 cm breed en 52 cm hoog.

Opgave 18:
Wat zijn de maten van de tv, wanneer je die in de tekening hiernaast moet tekenen?
A
4,5 cm bij 2,6 cm
B
9 cm bij 5,2 cm
C
45 cm bij 26 cm
D
1800 cm bij 1040 cm

Slide 24 - Quiz


Op 28 oktober 2013 trok een zware storm over Nederland.

Er zijn toen windstoten gemeten van 2280 meter per minuut (m/min).

Opgave 19:
Reken 2280 m/min om naar km/uur.
A
38 km/uur
B
2,28 km/uur
C
136,8 km/uur
D
136 800 km/uur

Slide 25 - Quiz

Een skispringer bereikt aan het eind van de aanloophelling een snelheid van 94,3 km/uur.

Opgave 20:
Bereken zijn snelheid in meter per seconde op dat moment.

A
26,2 m/s
B
339,49 m/s
C
2,6 m/s
D
1571,7 m/s

Slide 26 - Quiz

Ben je klaar?
Maak het volgende examen af op papier: 
wiskunde-examens.nl/examens/vmbobb2011-1.html

Stuur een foto van de uitwerkingen naar mij via teams
Dit is huiswerk voor vrijdag

Om 11.10u verzamel ik iedereen weer in de les.

Slide 27 - Diapositive