5: Leenwoorden

Wat betekent het?
Input
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
SpellingSpeciaal OnderwijsLeerroute 4

Cette leçon contient 12 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 20 min

Éléments de cette leçon

Wat betekent het?
Input

Slide 1 - Diapositive

Wat leer je vandaag?
Ik kan Engelse en Franse leenwoorden schrijven.

Slide 2 - Diapositive

Voorbeeldwoorden
Team

Chauffeur

Slide 3 - Diapositive

Engelse leenwoorden
We komen steeds meer Engels tegen.
Engels kent minder regels dan het Nederlands.

a klinkt als e of ee
ai klinkt als e of ee
ee klinkt als ie

Slide 4 - Diapositive

Engelse leenwoorden
Keeper
Game
Planning
Trainer
Musical

Slide 5 - Diapositive

Franse leenwoorden
Franse tijd (Patriotten, Napoleon)

Adel en diplomatiek 

Slide 6 - Diapositive

Franse leenwoorden
Chauffeur

ch klinkt als sj
ou klinkt als oe
air klinkt als er
eau klinkt als oo
é klinkt als ee

Slide 7 - Diapositive

Franse leenwoorden
Café
Douane
Populair
Parachute
Bureau

Slide 8 - Diapositive

Regels?
Leenwoorden volgen de regels van 
de taal waaruit ze afkomstig zijn.


Slide 9 - Diapositive

Aandachtspunten
Naast de leenwoorden komt de letter c terug.

Woorden met een c die klinken als s of k.

Slide 10 - Diapositive

Dictee
1. Luister goed naar de meester.
2. Denk goed na hoe je het woord schrijft.
3. Schrijf het woord op.
4. Controleer of je het goed geschreven hebt.

Slide 11 - Diapositive

Controleer je antwoorden
  1. Canada
  2. populair
  3. cultureel
  4. provincie
  5. brochure
  6. procedure
  7. douane
  8. planning

Slide 12 - Diapositive