H 1 Fictie: personages en tijdsperspectief

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t, havo
• Leerjaar 2

WELKOM

3 Kader

Welkom bij het vak Nederlands!!

Lesdoelen

Aan het einde van deze les:

• Weet je wie ik ben
• Hoe we gaan werken bij het vak Nederlands
• Wat ik van jullie verwacht
• Beginnen met : 1.1 Fictie ( Personages en tijdsperspectief)

voorstellen:

Werkwijze en regels bij Nederlands:

- Telefoon altijd in de telefoontas.

- Zitten volgens plattegrond

- Altijd je werkboek en schrijft bij je

- Bij vragen of iets opmerken: Altijd de vinger omhoog!

- Als ik praat, ben jij stil

Hoe werkt het boek:

We gaan starten!

We beginnen met 1.1 Fictie, blz 8

hoofdpersonen en bijpersonen

Theorie (personages) 

Hoofdpersonen + bijpersonen = personages

Wat krijg je over hoofdpersonen te weten?

- wat hij/zij denkt en voelt

- wat zijn/haar karaktereigenschappen zijn

- hoe hij/zij eruitziet

- waat, hoe en met wie hij/zij woont
Hierdoor kun je je beter inleven in de hoofdpersoon.

Over de bijpersonen krijg je minder informatie. Je krijgt meestal geen gedachten of gevoelens te lezen.

Een bijpersoon speelt een minder belangrijke rol in een verhaal.
Bovenstaande uitspraak is

1. waar
2. niet waar
3. ik heb geen idee

In een verhaal krijg je veel informatie van de hoofdpersoon.
Bovenstaande uitspraak is

1. ik heb geen idee
2. waar
3. niet waar

Theorie (perspectief)

Ieder verhaal heeft een tijdsperspectief.
Optie 1: met de gebeurtenissen mee vertellen.
De schrijver weet ook nog niet wat er gaat gebeuren. 
Optie 2: achteraf vertellen.
De schrijver kent de afloop al en kan dus vooruit lopen op de gebeurtenissen. Hij gaat heen en weer tussen toen en nu.

Welk tijdsperspectief
speelt bij de Titanic?

1. Met de gebeurtenissen mee vertellen.
2. Achteraf vertellen.

Welk tijdsperspectief
speelt bij deze film

1. Met de gebeurtenissen mee vertellen.
2. Achteraf vertellen.

Starten met het huiswerk:

- Maken opdracht 1, 2, 4, 5 en 7

Dit moet af op zijn op donderdag 31 augustus het vierde uur

(Zie Magister)