KLAS 1VH Handv Les 1

1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
Beeldende vormingMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Wat ga je leren?
  • Om over kunst te praten heb je speciale begrippen nodig om te vertellen wat je ziet. Deze begrippen gebruik je niet dagelijks en daarom ga je ze leren tijdens de lessen tekenen en handvaardigheid​
  • In deze LessonUp leer je een aantal van die begrippen die te maken hebben met de praktijkopdracht en met hoofdstuk 4 uit het boek KunstActief​
  • Bekijk de slides en de filmpjes. ​



            Zie je dit tekentje staan? Neem het begrip over in je schrift​



Veel succes!!​

Slide 2 - Diapositive

neem de begrippen waar        
een       bij staat over in je schrift.

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Het eerste beeldaspect wat we gaan onderzoeken is Vorm. Daarover ga je in deze en de volgende les een aantal dingen leren.

Slide 5 - Diapositive

Beeldaspect VORM
            Vorm: een vorm is een lijn die gesloten is.

Vormen zie je overal om je heen. Met kennis van verschillende vormen kan je nieuwe beelden maken.
In de slides hierna maak je kennis met verschillende vormsoorten. Bekijk de slides en beantwoord de vragen en schrijf het begrip op waar een              bij staat

Slide 6 - Diapositive

      Vormsoorten: vormen kunnen verdeeld worden in verschillende groepen


Er zijn verschillende vormsoorten bijvoorbeeld:
basisvormen
2- en 3 dimensionale vormen
organische vormen
geometrische vormen
figuratieve vormen
abstracte vormen


Slide 7 - Diapositive

cirkel            vierkant         driehoek        rechthoek        ovaal
bol                     kubus           piramide         cilinder      kegel
Basisvormen: Bijna alles wat je om je heen ziet (mensen, voorwerpen, landschappen, dieren en gebouwen) is opgebouwd uit slechts 5 eenvoudige vormen. Het zijn de basisvormen. 
Teken de basisvormen ook na in je schrift en zet de naam erbij

Slide 8 - Diapositive

0

Slide 9 - Vidéo

Wat is een basisvorm?
A
Een vorm die met een liniaal gemaakt is
B
Een eenvoudige vorm waar je al het andere mee kan maken
C
Vierkanten en rechthoeken
D
Wanneer een lijn gesloten is ontstaat er een basisvorm

Slide 10 - Quiz




Er zijn dus




tweedimensionale (2D) vormen



 
en


 

driedimensionale (3D) vormen

Slide 11 - Diapositive

2- en 3 dimensionaal
        2 dimensionaal: 
is vlak en heeft alleen een hoogte en een breedte


         3 dimensionaal: 
is ruimtelijk en heeft hoogte, breedte en diepte 

Slide 12 - Diapositive

We noemen een kunstwerk tweedimensionaal (2d) als:
A
Er sprake is van ruimtelijkheid
B
Als je het kunt meten met drie maten: hoogte, diepte, en breedte
C
Als je het kunt meten met twee maten: lengte en breedte
D
Als er maar twee dingen op staan

Slide 13 - Quiz

Bekijk het kunstwerk goed...

Slide 14 - Diapositive

Dit kunstwerk is
A
tweedimensionaal (2D)
B
driedimensionaal (3D)
C
vierdimensionaal (4D)
D
vijfdimensionaal (5D)

Slide 15 - Quiz

       Organische vorm - vorm afgeleid uit de natuur

Slide 16 - Diapositive

Organische vorm - vorm afgeleid uit de natuur

Slide 17 - Diapositive

   Geometrische vorm: wiskundige vorm, vorm gemaakt met een liniaal of passer

Slide 18 - Diapositive

Geometrische vorm  2D
Geometrische vorm  3D

Slide 19 - Diapositive

Einde van de eerste les!
Heb je alle begrippen overgenomen in je schrift?
Je weet nu:
  • het verschil tussen voorstelling en vormgeving
  • wat een beeldaspect is
  • wat een vorm is
  • wat vormsoorten zijn
  • je kent de basisvormen
  • het verschil tussen 2- en 3 dimensionaal
  • het verschil tussen organische- en geometrische vormen

Slide 20 - Diapositive