4TA: H4 woordenschat NN6

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

Welkom bij Nederlands!

Bij Nederlands

Fijn dat je er bent!

Pak je boek voor op blz 116 en log in op deze LessonUp. 

Boek vergeten, niet ingelogd of lege iPad? Dan doe je niet 

mee met de les. 

LESDOEL:

Je kan/weet: 

•  de betekenis van een moeilijk of onbekend woord in de tekst vinden
• de betekenis van de woordenlijstwoorden en de uitdrukkingen uit dit hoofdstuk 

4TA

Nieuw Nederlands 6

Hoofdstuk 4

Woordenschat

Morgen: herhaling + oefentoets

Welk woord kan je in
de woorden onder de
afbeelding invullen?

Wat betekenen de onderstreepte woorden?

Geef een synoniem.

Wat is een synoniem van het onderstreepte woord?

Het is definitief dat onze vakantie niet doorgaat.

1. gewoon
2. zeker
3. diepgaand
4. onnodig

Wat is een synoniem van het onderstreepte woord?

De hoeveelheid water in de fles is nog gering.

1. ruw geschat
2. zeker
3. klein
4. uitputtend

Wat is een synoniem van het onderstreepte woord?

Jouw betoog ziet er gestructureerd uit.

1. ruw geschat
2. goed gemaakt
3. voordelig
4. goed opgebouwd

Wat is een synoniem van het onderstreepte woord?

Er wordt een grondig onderzoek gedaan naar de moord.

1. gewoon
2. onnodig
3. diepgaand
4. belangrijk

Wat is een synoniem van het onderstreepte woord?

Er wordt een grondig onderzoek gedaan naar de moord.

1. gewoon
2. onnodig
3. diepgaand
4. belangrijk

Wat is een synoniem van het onderstreepte woord?

Kan jij globaal aangeven wat de verbouwing kost?

1. ruw geschat
2. goed opgebouwd
3. makkelijk te overzien
4. snel

Welk bijwoord past in de zin?

Bijwoorden zijn woorden die een werkwoord, een ander bijwoord, een bijvoeglijk naamwoord, een hele zin of soms een zelfstandig naamwoord nader bepalen. Dat wil zeggen: ze geven daar meer informatie over. 

Vandaag is het .... warm.

1. minimaal
2. tevergeefs
3. betrekkelijk
4. inclusief

betrekkelijk

nogal, tamelijk

Ik heb het nu niet koud, ik heb .... een trui aan.

1. volkomen
2. betrekkelijk
3. tevergeefs
4. immers

immers

namelijk

De bus had pech. Mark wachtte daarom ... bij de bushalte.

1. tevergeefs
2. minimaal
3. voornamelijk
4. dikwijls

tevergeefs

zonder resultaat

minimaal

uitsluitend

volkomen

inclusief

ten minste

alleen

met inbegrip van

helemaal

Maak een correcte zin met het bijwoord 'minimaal'.

Noteer de/het signaalwoord(en) uit alinea 1.

Welk verband geven deze signaalwoorden aan?

Wat onderzoeken neurowetenschappers?

Wat is een opinieblad? Welk gedeelte van het woord ken je?

Wat zou een verschil kunnen zijn tussen een krant en een opinieblad?

Aan de slag

Wat?	Maak opdracht 1 t/m 6 op blz 116-119
Waar?	In je schrift of boek
Hulp?	- Lesboek, buur of docent
Klaar?	Leer de woordenlijst van H1-4
Niet af?	Huiswerk volgende dag