Voorzetsels mh1a

Nederlands

Nederlands



Grammatica Woordsoorten
Paragraaf 10 Voorzetsels 

Zet je tas tegen de muur en open je boek op blz 220-221

timer
4:00
1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 10 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Nederlands

Nederlands



Grammatica Woordsoorten
Paragraaf 10 Voorzetsels 

Zet je tas tegen de muur en open je boek op blz 220-221

timer
4:00

Slide 1 - Diapositive

Vandaag:
- Nakijken huiswerk paragraaf 9 opdr 1 en 3
- Uitleg paragraaf 10: voorzetsel
- Huiswerk opgeven
- Blooket

Slide 2 - Diapositive

Welke voorzetsels ken je?

Slide 3 - Carte mentale

Uitleg
Een voorzetsel geeft vaak plaats, tijd of reden/oorzaak aan.

Een voorzetsel herkennen.

Scheidbare werkwoorden -> geen voorzetsel.

voorzetseluitdrukking

Een voorzetsel achter het zelfstandig naamwoord.


Slide 4 - Diapositive

Welke voorzetsel hoort op de puntjes?

Ik zou het....jouw hulp nooit gered hebben.
A
met
B
zonder
C
voor
D
tijdens

Slide 5 - Quiz

Zit er een voorzetsel in deze zin?

De docent kijkt de toets na.
A
ja
B
nee

Slide 6 - Quiz

Welke voorzetseluitdrukking hoort in deze zin?

… verband … de vakantie zijn de winkels langer open.

Slide 7 - Question ouverte

Welke voorzetseluitdrukking hoort in deze zin?

… tegenstelling … vorig jaar trok de kermis nu veel bezoekers.

Slide 8 - Question ouverte

Welke voorzetsels zitten er in deze zin?

Op school schrijf ik soms stiekem mijn huiswerk over van een klasgenoot.

Slide 9 - Question ouverte

HUISWERK
Maken opdrachten 2, 3 en 4 blz. 222-223

Neem je device en ga naar Blooket

Slide 10 - Diapositive