Hoofdstuk 3 1e les

Wie heeft ouders die een eigen bedrijf hebben?
1 / 18
suivant
Slide 1: Question ouverte
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Wie heeft ouders die een eigen bedrijf hebben?

Slide 1 - Question ouverte

Wie wil later graag zelf een eigen bedrijf hebben?

Slide 2 - Question ouverte

pluspunten

Slide 3 - Carte mentale

minpunten

Slide 4 - Carte mentale

Slide 5 - Vidéo

§3.1 Voor jezelf beginnen
  • van hobby naar werk
  • zelf beslissingen kunnen nemen
  • gat in de markt gevonden
  • hoger inkomen
  • als je geen werk kunt vinden

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Ondernemer
Combineert de productiefactoren (natuur, arbeid, kapitaal) om een product of dienst te maken waarmee geld (winst) verdient wordt.

Slide 8 - Diapositive

ZZP-er
Iemand die voor zichzelf begint zonder werknemers in dienst te nemen.
Freelancer

Slide 9 - Diapositive

Criteria Belastingdienst voor ZZP-ers
  • er moet winst gemaakt worden
  • er moeten meerdere opdrachtgevers zijn

Slide 10 - Diapositive

Belastingvoordelen voor ondernemers
  • drie jaar lang startersaftrek
  • zelfstandigenaftrek
  • MKB winstvrijstelling

Slide 11 - Diapositive

Winst vs belastbare winst
Nettowinst
  • - startersaftrek
  • - zelfstandigenaftrek
  • - MKB winstvrijstelling
  • = belastbare winst

Slide 12 - Diapositive

Inventaris
spullen die je nodig hebt om je bedrijf te kunnen uitoefenen

Deze spullen moeten langer dan 1 jaar meegaan.

Slide 13 - Diapositive

Huiswerk volgende les
Doornemen paragraaf 3.1 en 3.2
Maken de opdrachten van paragraaf 3.1

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Vidéo

Wat vond je van deze les?
Heb je veel geleerd?

Slide 16 - Question ouverte

Wat heb je nog niet goed begrepen?

Slide 17 - Question ouverte

Huiswerk volgende les
Doornemen paragraaf 3.1 en 3.2
Maken de opdrachten van paragraaf 3.1

Slide 18 - Diapositive