Toetsbegrippen Sales P3 13 t/m 26

• Handel
• MBO
• Studiejaar 1

Bij een marketingorganisatie:

1. valt de Verkoopfunctie onder de Marketing functie
2. valt de Marketingfunctie onder de Verkoopfunctie
3. opereren de Marketing-en Sales onafhandelijk van elkaar
4. Is er geen Salesfunctie

Stelling 1: een offerte is hetzelfde als een order.
Stelling 2: BTW wordt niet vermeld op een offerte want ondernemers betalen geen btw

1. Stelling 1 en 2 zijn beiden juist
2. stelling 1 en 2 zijn beiden onjuist
3. stelling 1 is juist; 2 is onjuist
4. stelling 1 is injuist;2 is juist

De leveringsconditie franco betekent:

1. de leverancier levert de spullen bij jou af
2. jij moet de spullen bij de leverancier ophalen
3. de spullen worden met de DHL koerier geleverd
4. de klant mag de spullen niet ruilen

Op een offerte staat dat er geleverd wordt onder rembours dit wil zeggen dat:

1. er niet geleverd gaat worden
2. dat het hier om agrarische producten gaat
3. dat je bij levering gelijk moet betalen
4. dat je vooraf moet betalen

de afkorting AV staat voor:

1. altijd vervelend
2. algemeen verlies
3. alternatieve leveringsvoorwaarden
4. algemene leveringsvoorwaarden

Het voordeel voor een leverancier van een vrijblijvende offerte is:

1. dat hij bij ondertekening door de klant niet hoeft te leveren
2. dat hij altijd moet leveren
3. dat hij geen orderbevestiging hoeft te sturen
4. dat een sample niet verplicht is

Bij een vaste offerte:

1. moet de leverancier de order bevestigen
2. hoeft de leverancier de order niet te bevestigen
3. zit de klant er altijd aan vast
4. moet er contant betaald worden

RAG staat voor:

1. Rustig Aan Graag
2. shopping goods
3. bepaald soort koopgedrag
4. modified rebuy

Bij BPO kunnen de volgende goederen worden aangekocht:

1. convenience goods
2. straight rebuy
3. een huis
4. shopping goods

DAS staat in de Sales voor:

1. 
2. Dominant, asociale en sociale klanten
3. Dominante, afstandelijke en sociale klanten
4. Debiele, achterlijke en saaie klanten

Bij hartselling:

1. zet je de klant onder druk om te kopen
2. is de relatie met de klant het belangrijkst
3. is het moeilijk iets te verkopen
4. verkoop je bijbehorende producten

Wat is geen soort offerte?

1. een vaste
2. een fexibele
3. een vrijblijvende
4. een ongevraagde