1.2 Lire voor Mardi

1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 10 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 150 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive


Aujourd'hui:
> Ik kan korte teksten begrijpen over personen en hun omgeving.

Slide 2 - Diapositive

Aujourd'hui: 
> Présente-toi
> (Hoe lees je in het Frans?)
> Faites Exercice 5 et 6
> Contrôler exercice 5 et 6
> apprenez apprendre 1 et 2 page 36

Slide 3 - Diapositive

Présente-toi

Slide 4 - Diapositive

Aantekening: Hoe lees je een tekst in het Frans?
Stap 1: lees de titel, de tussenkopjes en bekijk                    de  plaatjes.
Stap 2: lees de inleiding
Stap 3:  ik lees de vragen
stap 4: lees de tekst
stap 5: Ik beantwoord de vragen.
Moeilijke woorden?
-> Ik zoek de woorden die ik WEL ken.
-> Kijk naar andere talen (Engels/Nederlands)
-> Ik gebruik mijn eigen woordkennis.

Slide 5 - Diapositive

Quoi? Maak exercice 5 en 6
Comment? in je livre
Aide? klasgenoot, woordenboek, ton prof
Durée? 25 min
Fini? ga je zinnen leren om jezelf voor te stellen of leer apprendre 2 page 36 of herhaal 
apprendre 1
Pourquoi? Om te oefenen met het lezen van teksten in het Frans/Nederlands/Engels etc.

Slide 6 - Diapositive

Contrôler exercice 5 et 6 (lire)

Exercice 5 – Compréhension globale

1 een schoolgebouw
2 in Parijs
3 B: Over de wijk waar de hoofdpersonen van Libre Service Junior wonen.



Slide 7 - Diapositive

Contrôler Exercice 6 – Compréhension détaillée

1 a rue de Belleville 26
 b Het huisnummer staat voor de straatnaam.
2 C ze zitten op dezelfde school.
3 Clémence zegt Salut en Ousmane zegt Bonjour.
4 Clémence wil weten in welke klas je zit. Ze zegt: En jij? In welke klas zit jij?
5 uit Senegal





Slide 8 - Diapositive

6 a faux
 b vrai
7 B, In het noordoosten van Parijs.
8 het Georges Brassens College, parken, sportvelden en een museum
9 Voorbeelduitwerking:
 Ja, want er zijn parken, sportvelden en een technologiemuseum.
 Nee, want ik hou van bioscopen / zwembaden / maneges en die worden niet genoemd.
10 je suis = ik ben
 est = is




Slide 9 - Diapositive

Au revoir! 

Bonne journée!!!
(fijne dag :))

Slide 10 - Diapositive