H4 voltooid deelwoord onvoltooid deelwoord

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Spelling - werkwoorden

Je leert voltooide en onvoltooide deelwoorden correct spellen

Planning van de les

- Voorkennis ophalen

- Instructie

- Verwerking in je schrift

- Bespreken en afronden 

Voorkennis

- Voltooid?

- Onvoltooid?

- Gezegde?

- Infinitief?

Voltooid deelwoord

Het voltooid deelwoord geeft vaak aan dat een handeling is afgerond. Het is voltooid. 
Het voltooid deelwoord maakt meestal uit van het gezegde. 

Er staat dan altijd een vorm van hebben, zijn of worden: 

Tijdens de vakantie heeft Julia bij een boerderij gekampeerd. 
Vorig jaar is Mehmet naar Turkije gevlogen.

Hoe schrijf je een voltooid deelwoord?

Het voltooid deelwoord van sterkte werkwoorden eindigt vaak op -en. 

- Wij hebben heerlijk gegeten (eten).
- De intercity is om 15.05 aangekomen (aankomen).

Onvoltooid deelwoord

Het onvoltooid deelwoord geeft aan dat de handeling nog bezig is. Het is onvoltooid, nog niet klaar. 

Boas reist zeilend de wereld over.

Vrolijk lachend stapten de kinderen uit de bus.  

Hoe schrijf je een onvoltooid deelwoord?

Het hele werkwoord + d.

juichen - juichend

kussen - kussend

wachten - wachtend

Wat is het voltooid deelwoord van
lopen?

kuchen

1. gekuchen
2. gekucht
3. gekuchd

bloeden

1. gebloed
2. gebloet

mix

1. gemixt
2. gemixd

verhuizen

1. verhuisd
2. verhuist

draven

1. gedraafd
2. gedraven

Hoe maak je een onvoltooid deelwoord?

....... (zingen) loop ik door de gangen

1. zingend
2. gezongen

Onvoltooid deelwoord maak je door hele werkwoord plus ....... te gebruiken.

1. t
2. d

Rustig op de bus ....... (wachten) heeft Nico zijn nieuwe gadget ....... (testen)

Zenuwachtig om zich heen ....... (kijken) is Ingrid de kamer van de directeur ....(inlopen)

Verwerking

Maak opdracht 1 en 3 uit je boek blz. 126 + 127

Opdracht 1

1 beloond

2 gebloed

3 geboord

4 gedraafd

5 geduwd

6 gedwaald

7 gekucht

8 gekust

9 gelegd

10 gemaaid

11 gemixt

12 gepuft

13 geraakt

14 geschrobd

15 gestopt

16 gevreesd

17 gewacht

18 gezeemd

Opdracht 2

1 od = wachtend; vd = getest

2 od = kijkend; vd = ingelopen

3 od = Zoekend; vd = gewist

4 od = Vluchtend; vd = verloren

5 od = Borend; vd = geraakt

6 od = dromend; vd = gestoten

Opdracht 3

1 pvtt = gebeurt

2 vd = ontkend

3 vd = beroofd

4 pvtt = verbaast

5 pvtt = verwijdert

6 vd = verzameld

Terugblik

Je leert voltooide en onvoltooide deelwoorden correct spellen