LS 7 maart 2023

Lees de tekst in Teams:
Inbreuk privacy of is het nog erger
Teams -> Lesmateriaal -> Nederlands
Argumenten herkennen 
Tekst 2: Inbreuk privacy
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Lees de tekst in Teams:
Inbreuk privacy of is het nog erger
Teams -> Lesmateriaal -> Nederlands
Argumenten herkennen 
Tekst 2: Inbreuk privacy

Slide 1 - Diapositive

Wat is het belangrijkste doel van de auteur?
A
Hij wil ons informeren over de voordelen en nadelen van nieuwe technologische ontwikkelingen.
B
Hij wil ons overtuigen van het belang om kritisch te staan tegenover nieuwe technologische ontwikkelingen.
C
Hij wil ervoor waarschuwen dat door nieuwe technologieën de aansprakelijkheid van burgers bij privacy-schending groter wordt.

Slide 2 - Quiz

Wat is het verband tussen de eerste zin van alinea 1 en de volgende twee zinnen?

De volgende twee zinnen
A
zijn een gevolg van de eerste zin.
B
zijn een tegenstelling met de eerste zin.
C
zijn een toelichting op de eerste zin.

Slide 3 - Quiz

In alinea 2 staat: "Allerlei technologische ontwikkelingen hebben één ding met elkaar gemeen: ze brengen mens en machine ongekend dicht bij elkaar."

Welk voordeel van deze ontwikkelingen noemt de schrijver in alinea 2?

De nieuwe technologie kan gebruikt worden om
A
een betere begeleiding te geven bij ziektes.
B
informatie over onze voorkeuren, fitheid en gevoelens verzamelen.
C
ons koopgedrag doelgericht stimuleren.

Slide 4 - Quiz

In alinea 2 staat: "We komen met nieuwe technologieën dicht bij of zelfs in ons lichaam."

Welke in de tekst genoemde apps en technologieën zijn het duidelijkste voorbeeld van deze nieuwe technologieën?
A
de door Nest Labs ontwikkelde thermostaten die zichzelf leren een huis optimaal te verwarmen.
B
de met een sensor en Apple-app uitgeruste hardloopschoenen van Nike.
C
de via wifi-tracking gevolgde mobieltjes waarmee winkelende klanten gevolgd worden.

Slide 5 - Quiz

In alinea 5 geeft de auteur een voorbeeld van een hardloper.

Bij welke bewering is dit voorbeeld een argument?
A
"Allerlei technologische ontwikkelen ... dicht bij elkaar." (alinea 2)
B
"Het gevaar bestaat ... of niet snappen." (alinea 3)
C
"Het is niet ... of een hypotheekverstrekker."(alinea 5)

Slide 6 - Quiz

Wat is het verband tussen alinea 3, 4 en 5.
A
Alinea 3, 4 en 5 geven een opsomming van risico's.
B
Alinea 4 en 5 geven een voorbeeld van de in alinea 3 genoemde risico's.
C
Alinea 5 geeft een toelichting op de in alinea 3 en 4 genoemde risico's.

Slide 7 - Quiz

In alinea 6 staat: "Willen we wel als grondstof bejegend worden?"

Welke vraag vervangt deze zin op deze plaats het best?
A
Willen we wel bestookt worden met gerichte commercials?
B
Willen we wel dat onze gegevens gebruikt worden om geld te verdienen?
C
Willen we wel dat onze intieme gegevens vastgelegd worden?

Slide 8 - Quiz

Boven alinea 6 en 7 staat het volgende kopje: "Persoonsgegevens zijn goud waard".

Welk argument uit alinea 8 tot en met 13 ondersteunt deze bewering het best?
A
Het is bekend dat bedrijven steeds intiemere persoonsgegevens willen verzamelen.
B
Het is bekend dat bedrijven veel over hebben voor persoonsgegevens.
C
Het is bekend dat criminelen onze persoonsgegevens op internet te koop aanbieden.

Slide 9 - Quiz

In alinea 9 staat dat de burger weinig risico loopt bij misbruik van persoonsgegevens, gericht op financieel gewin door criminaliteit.

Uit welke zin uit alinea 9 en 10 blijkt het best dat dit risico gering is?
A
"Het zijn de ... naar de slachtoffers. "
B
"Alsof ze niet ... aanbiedt voor 4-5 euro."
C
"Er valt relatief ... een groot risico."

Slide 10 - Quiz

Welke functies heeft de laatste alinea (alinea 13)?

De laatste alinea bevat
A
een conclusie en een aanbeveling.
B
een samenvatting en een aanbeveling.
C
een samenvatting en een conclusie.

Slide 11 - Quiz

In het eerste deel van de tekst citeert de auteur regelmatig Rini van Est.

Wat is de functie van het aanhalen van deze citaten?
De auteur gebruikt deze
A
om de aandacht te vestigen op het artikel van Van Est.
B
om het onderwerp van de tekst te illustreren.
C
om zijn eigen betoog te onderbouwen.

Slide 12 - Quiz

Wat heb je vandaag geleerd?
En wat wil je nog leren voor het examen Lezen en luisteren?

Slide 13 - Question ouverte