Zo ga je te werk:
De tekstsoort en de hoofdgedachte is vaak af te leiden uit de titel, de inleiding en het slot. Kijk welke antwoordoptie daar het best bij aansluit.
Signaalwoorden geven soms aanwijzingen voor wat het ene onderdeel van een tekst met het andere te maken heeft. Een signaalwoord als 'maar' wijst op een tegenstelling; 'zo' of 'zoals' geven aan dat er voorbeelden worden gegeven, enzovoort.
Kom je in de vraag het woord 'vooral' of 'belangrijkste' tegen, zoek dan in de tekst naar aanwijzingen waaruit je de hoofdzaak af kunt leiden. Hoofdzaken staan vaak in kernzinnen: de eerst of laatste zin van een alinea. De rest van de alinea is dan uitleg bij die kernzin. Ook kunnen bepaalde signaalwoorden je helpen. Zo zijn de woorden 'dus' en 'kortom' vaak signaalwoorden voor een conclusie. Een conclusie is vaak een hoofdzaak.
Bij vragen over de hele tekst of een groot deel van de tekst: let goed op de antwoordopties die te specifiek zijn. Die antwoorden gaan dan maar over één onderdeel van de tekst. Die antwoorden zijn meestal fout. Het meer 'algemene' antwoord is dan beter.
Als in een tekst feiten worden gegeven, wordt daar vaak een bron bij genoemd zodat je het kunt controleren. Meningen zijn persoonlijke opvattingen en daar wordt dus ook nooit een bron bij genoemd. Meningen kun je soms herkennen aan woorden als 'ik vind', maar vaker aan woorden waar een waarde-oordeel in zit. Iets is 'slecht', 'beter' of het zou 'verboden' moet worden. Ook alle wensen en vermoedens zijn meningen: 'het is veel beter als…'. Het is nog niet gebeurd, dus het kan geen feit zijn.
Een goed argument versterkt het standpunt. Een argument kan een feit of een mening zijn. Tussen standpunt en argument moet je het woord 'want' kunnen zetten. Doe dat in je hoofd. Er zijn meer signaalwoorden waaraan je een argument herkent in een tekst, zoals 'daarom' en 'omdat'. Soms staat in een tekst het standpunt achter het argument. Het standpunt is dan een conclusie. Je moet ze in je hoofd dan dus omdraaien en er 'want' tussen zetten.
Een argument lijkt soms wel te kloppen, maar als je kritisch leest, klopt het toch niet. Het is dan een drogreden.