Begrijpend lezen bl3wk6l1 groep 5

Welk plaatje past bij de tekst?
Je kunt straks:
• de opbouw probleem – oplossing in een tekst herkennen 
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
Begrijpend lezenBasisschoolGroep 5

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Welk plaatje past bij de tekst?
Je kunt straks:
• de opbouw probleem – oplossing in een tekst herkennen 

Slide 1 - Diapositive

Filmpje!
Moeilijke woorden
ontregeld = verstoord, in de war
verwerken = wegwerken, opruimen
de cafeïne = een stofje waar je lijf actief van wordt
de energiedrank = een frisdrank waar je energie van krijgt
zen = als je zen bent, ben je rustig en in balans

Slide 2 - Diapositive

Lees de eerste, vetgedrukte alinea.
In welke zin staat een probleem?
A
In het laatste weekend van maart wordt de klok verzet.
B
De zomertijd gaat dan in.
C
De week erna kun je behoorlijk ontregeld zijn van het tijdverschil.
D
Een paar nachten goed slapen helpt meestal wel.

Slide 3 - Quiz

Aan welk woord herkende je het probleem? Markeer het in de tekst.
Wat is de oplossing? Vul in.
Een paar           .

 Aan welk woord herkende je de oplossing? Schrijf op.

helpt
nachten goed slapen.

Slide 4 - Diapositive

De eerste zin van deze alinea gaat over een probleem. Aan welk woord zie je dat?
probleemwoord
Geen probleemwoord
Vind
jij
het
moeilijk
om
in slaap
Tekst
te vallen

Slide 5 - Question de remorquage

Welke twee oplossingen staan in deze alinea? 
1. Probeer meer tijd in te bouwen tussen 
 en
2. Geen            meer drinken na vier uur
 ’s middags.
het avondeten
je bedtijd
drankjes met cafeïne
Extra vraag
Aan welke woorden herkende je de oplossingen? Markeer de twee
woorden in de tekst.

Slide 6 - Diapositive

Lees de alinea Rust in je kamer.
Lees: Deel je ... knus. (regel 23 t/m 27)
Over welk probleem gaat het?
Extra vraag
Aan welk woord herkende je het probleem? Arceer in de tekst.

Slide 7 - Question ouverte

Wat is de oplossing?

Slide 8 - Question ouverte

Aan welk woord herkende je de oplossing?
A
open (regel 23)
B
uitkomst (regel 27)
C
licht (regel 25)
D
knus (regel 27)

Slide 9 - Quiz

Lees de alinea Zzzzzen.
In r 31 en 32 lees je over een probleem. 
Aan welk woord herken je dat probleem
Markeer het in de tekst.
Aan  welk woord herken je de oplossing
Markeer het in de tekst.

Slide 10 - Diapositive

Wat is het probleem? En wat is de oplossing?
Schrijf op: probleem: ....
oplossing: ....

Slide 11 - Question ouverte

Lees de alinea Zzzzzen nog eens.
Over welk probleem lees je in regel 35 en 36? 
Het          van je tablet, tv of computer houdt je
 .
blauwe licht
wakker.
Extra vraag
Markeer de oplossing voor dit probleem in de tekst. 

Slide 12 - Diapositive

Wat is de oplossing voor dit probleem?
Tover overdag / ’s avonds je bed om in een bank / slaapkamer.
Kies de 2 goed woorden.
Extra vraag
Aan welke woorden herkende je het probleem en de oplossing?
Markeer twee woorden in de tekst.
A
overdag - bank
B
overdag - slaapkamer
C
's avonds - bank
D
's avonds - slaapkamer

Slide 13 - Quiz

Lees de alinea Een plek om te slapen.
Over welk probleem gaat het in deze alinea? 
Als je overdag zit te         op je       , denkt je hoofd niet
aan         als je in bed stapt. 
bed
gamen
slapen

Slide 14 - Diapositive