2 - klokkijken

Programa
  1. La hora
  2. Las partes del cuerpo
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Programa
  1. La hora
  2. Las partes del cuerpo

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Apúntate... / Noteer....
¿Qué hora es? = hoe laat is het?
¿A qué hora? = Om hoe laat?

De tijd wordt met SER + bepaald lidwoord aangegeven. Meestal worden alleen de getallen 1-12 gebruikt en wordt  het moment van de dag met de la mañana, de la tarde
de la noche verduidelijkt. 

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

¿Qué hora es?
Son las cinco y media. 
Son las tres (en punto).
Son las seis y diez. 
Son las ocho menos veinticinco.

Slide 5 - Question de remorquage

Hoe zeg je in het Spaans: Het is kwart over 2.
timer
0:30

Slide 6 - Question ouverte

Hoe zeg je in het Spaans: Het is half zeven.
timer
0:30

Slide 7 - Question ouverte

Hoe zeg je in het Spaans: Het is vijf voor half acht.
timer
0:30

Slide 8 - Question ouverte

Hoe zeg je in het Spaans: Het is 5 voor 1.
timer
0:30

Slide 9 - Question ouverte

Hoe zeg je in het Spaans: Het is 9 uur.
timer
0:30

Slide 10 - Question ouverte

¿Qué haces?
Este fin de semana voy a ir 
al cine
Voy a  la piscina todos los días. 
Me gusta mucho.
Normalmente voy de compras todos los fines de semana
Monto en bicicleta dos veces a la semana,
¿A qué hora ves tele?
Me gusta navegar por internet 

Slide 11 - Question de remorquage

Slide 12 - Lien

Deberes
Leren en kennen:
- decir la hora
- los partes del cuerpo
- los verbos doler, gustar

Slide 13 - Diapositive