Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
Programa
La hora
Las partes del cuerpo
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Apúntate... / Noteer....
¿Qué hora es? = hoe laat is het?
¿A qué hora? = Om hoe laat?
De tijd wordt met SER + bepaald lidwoord aangegeven. Meestal worden alleen de getallen 1-12 gebruikt en wordt het moment van de dag met de la mañana, de la tarde,
de la noche verduidelijkt.
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Vidéo
¿Qué hora es?
Son las cinco y media.
Son las tres (en punto).
Son las seis y diez.
Son las ocho menos veinticinco.
Slide 5 - Question de remorquage
Hoe zeg je in het Spaans: Het is kwart over 2.
timer
0:30
Slide 6 - Question ouverte
Hoe zeg je in het Spaans: Het is half zeven.
timer
0:30
Slide 7 - Question ouverte
Hoe zeg je in het Spaans: Het is vijf voor half acht.
timer
0:30
Slide 8 - Question ouverte
Hoe zeg je in het Spaans: Het is 5 voor 1.
timer
0:30
Slide 9 - Question ouverte
Hoe zeg je in het Spaans: Het is 9 uur.
timer
0:30
Slide 10 - Question ouverte
¿Qué haces?
Este fin de semana voy a ir
al cine
Voy a la piscina todos los días.
Me gusta mucho.
Normalmente voy de compras todos los fines de semana