Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
les 1 persoonlijke voornaamwoorden en voorzetsels 3. Fall
Uitleg/oefening persoonlijke voornaamwoorden en voorzetsels
van de 3e naamval
1 / 18
suivant
Slide 1:
Diapositive
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1-4
Cette leçon contient
18 diapositives
, avec
quiz interactifs
,
diapositives de texte
et
2 vidéos
.
La durée de la leçon est:
120 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Uitleg/oefening persoonlijke voornaamwoorden en voorzetsels
van de 3e naamval
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Vidéo
ich
du
sie
es
er
wir
ihr
Sie
sie
ik
jij
hij
het
wij
zij
jullie
u
zij
Slide 3 - Question de remorquage
Persoonlijk voornaamwoord
Niet alleen na de voorzetsel durch, für, ohne, um, gegen verandert er iets in het Duits. Er is nog een rijtje
mit (met)
nach (na, naar)
bei ( bij)
von (van)
zu (naar personen)
aus (uit)
deze geven een
3e naamval
aan
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Vidéo
Persoonlijk voornaamwoord
na voorzetsels 3e (mit, nach, bei, seit, von, zu , aus)
ich
du
er
sie
es
wir
ihr
sie
Sie
mir
dir
ihm
ihr
ihm
uns
euch
ihnen
Ihnen
mij jou hem haar het ons jullie hen u
Slide 6 - Diapositive
Welke voorzetsels geven een 3e naamval aan?
A
für, ohne, gegen, durch, um
B
mit, nach, bei, seit, von, zu , aus
C
an, auf, hinter, neben
Slide 7 - Quiz
Voorzetsels 3e naamval
Welke hoort er niet bij?
A
mit
B
zu
C
durch
D
von
Slide 8 - Quiz
Voorzetsels 3e naamval
Welke hoort er niet bij?
A
nach
B
für
C
zu
D
bei
Slide 9 - Quiz
de derde naamval van jou is ... (Ich fahre mit ...)
A
dir
B
du
C
dich
Slide 10 - Quiz
Wollt ihr mit ..... (hen) nach Berlin?
A
sie
B
ihr
C
ihn
D
ihnen
Slide 11 - Quiz
Das hat er von ...... (haar) bekommen.
A
sie
B
ihr
C
ihm
D
ihn
Slide 12 - Quiz
Ich gehe mit ........(haar) nach Amsterdam
A
sie
B
ihr
C
euch
D
Sie
Slide 13 - Quiz
Welk voorbeeld is juist? (met mij)
A
mit ich
B
mit mich
C
mit mir
D
mit mein
Slide 14 - Quiz
Welk voorbeeld is juist? (bij jou)
A
bei du
B
bei dir
C
bei dich
D
bei dein
Slide 15 - Quiz
Wat vul je in?
Wir kommen heute .... (naar jou)
A
zu du
B
zu dir
C
nach du
D
nach dir
Slide 16 - Quiz
Wat vul je in?
Ich rede nicht .... (met jullie)
A
mit dir
B
mit ihm
C
mit uns
D
mit euch
Slide 17 - Quiz
Ik kan de juiste vorm van het persoonlijk vnw gebruiken en (her)ken de voorzetsels van de 3e naamval
JA, voor 100%
JA, voor 75%
MWAH, voor 50%
NEE, voor 25%
NEE, voor 0%
Slide 18 - Sondage
Plus de leçons comme celle-ci
4T K2 voorzetsels en voornaamwoorden
Décembre 2018
- Leçon avec
19 diapositives
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
persoonlijke voornaamwoorden en voorzetsels 3. Fall
Mai 2024
- Leçon avec
19 diapositives
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1-4
3 nv pers.vnw en vz 3tl/4tl
Novembre 2024
- Leçon avec
24 diapositives
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
3e en 4e naamval pers vnw klas 3 en 4. VOORZETSELS.
Novembre 2022
- Leçon avec
39 diapositives
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
Grammatik persoonlijke voornaamwoorden 3e nv herhaling
Février 2024
- Leçon avec
32 diapositives
Duits
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 2
Grammatik persoonlijke voornaamwoorden 3e nv herhaling
Septembre 2022
- Leçon avec
40 diapositives
Duits
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 2
Grammatik persoonlijke voornaamwoorden 3e nv herhaling
Mai 2022
- Leçon avec
49 diapositives
Duits
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 2
Grammatik persoonlijke voornaamwoorden 3e nv herhaling
Janvier 2022
- Leçon avec
32 diapositives
Duits
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 2