C5 gram C5 §3 L2

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b, k, g
• Leerjaar 2

Cursus 5 Grammatica § 3 blz. 202 

*Lesdoel: 

Je weet wat lidwoorden,  zelfstandig naamwoorden en bijvoeglijke naamwoorden zijn.

* Vorige les: Start woordsoorten> samen opdracht 1

Welke woordsoorten ken jij nog van de vorige les?

Over welke woordsoort zou jij nog meer uitleg willen?

Aantekening Cursus 5 §3 blz. 202

Grammatica woordsoorten> bij welke groep hoort het woord in de zin?

*Lidwoorden (lw): de, het en een>

*Zelfstandig naamwoorden (znw): alle namen voor mensen, dieren, dingen, planten en bloemen, aardrijkskundige namen en woorden waar je een lidwoord voor kunt zetten.

* werkwoorden(ww): doe-woorden

Bijvoeglijke naamwoorden

* Het bijvoeglijk naamwoord (bn) geeft extra informatie over het zelfstandig naamwoord (zn).

* Het bijvoeglijk naamwoord staat voor of na het zelfstandig naamwoord in de zin. 

* Het bijvoeglijk naamwoord vertelt soms waarvan het zelfstandig naamwoord is gemaakt. Dit noem je het stoffelijk bijvoeglijk naamwoord.

bijvoeglijke naamwoorden

stoffelijk bijvoeglijk naamwoord

lege

gevulde

metalen

kunststoffen

plastic

Bijvoeglijk naamwoord

Stoffelijk bijvoeglijk naamwoord

Rode

Gouden

Grote

Houten

Mooie

Stoffen

zelfstandig naamwoord

bijvoeglijk naamwoord

stoffelijk bijvoeglijk naamwoord

dierenwinkel

rode

kartonnen

bijvoeglijk naamwoord

zelfstandig naamwoord

het

kleine

rode

autootje

lidwoord

bijvoeglijk naamwoord

lidwoord

bijvoeglijk naamwoord

werkwoord

zelfstandig naamwoord

stoffelijk bijvoeglijk naamwoord

computeren

zilveren

mooie

meisje

de

Sleep alle woorden naar het juiste vak.

Dit is een bijvoeglijk naamwoord.

Dit is geen bijvoeglijk naamwoord.

huis

leuk

buurt

Rheeze

verbaasd

ronde

ramen

geverfde

Zelfstandig werken of instructiegroep 

Huiswerk: 

*  Cursus 5 §3 blz. 202-203>> opdracht 1  t/m 4 in je schrift

Klaar?

Online> Cursus 5 §3> trainen of maken oefentoets

Evaluatie

Wat ging er goed deze les?