Week 38 (week 24 2022) M3 Lesefertigkeit und Signalwörter

• Duits
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 3

Guten Tag

Wie geht es euch?

Bitte,  leg dein Buch und Heft vor dich auf den Tisch!

Was machen wir heute?

• Lesefertigkeit: leesstrategieën en signaalwoorden 

die Lernziele:

• Je kunt de verschillende leesstrategieën  benoemen en je weet wat je bij de verschillende strategieën moet doen.
• 
  

• Je bent in staat uit te leggen wat signaalwoorden zijn
  
• 
  
• Je bent in staat om signaalwoorden te herkennen en hun functie te benoemen
• 
  

Aber zuerst

 Ein Filmchen

www.zdf.de

und jetzt:

Lesefertigkeit

Leesstrategieën

Verder met H3A

Verder met V3A

Soorten leesstrategieën

• voorspellen
• voorkennis gebruiken
• structuur van de tekst ontdekken / gebruiken
• skimmen
• scannen / selectief lezen
• woordbetekenissen afleiden of raden
• gedetailleerd lezen
  

In het kort:

voorspellen: Titel vertalen, plaatje kijken, wat valt op aan de tekst?

voorkennis gebruiken: Wat weet je al van het onderwerp?

structuur gebruiken: Functie van een alinea herkennen

skimmen: Inleiding lezen en de 'ELZA'

scannen: Globaal lezen om informatie te vinden (na het

                    lezen van de vraag zoeken waar de info staat)

intensief lezen: Verbanden leggen; je gaat de vraag nu beantwoorden

woordbetekenis raden: Ken je het woord uit een andere taal?

                                               Kun je de betekenis uit de context vertalen?

 

Signaalwoorden

Verder met H3A

Verder met V3A

voorbeelden van tekst/zinsverbanden

opsomming

reden/oorzaak

tegenstelling

benadrukking

bevestiging

tijd

conclusie/gevolg

voorbeeld

vergelijking

Voorbeelden van signaalwoorden

tegenstelling

aber

dagegen

doch

obwohl

sondern

statt

trotz(dem)

während

im Gegensatz zu

einerseits - andererseits

opsomming

auch

und

außerdem

dann

erstens...zweitens...

nicht nur ... 

          sondern auch

sowie

dubbele punt (:)

reden/oorzaak

darum

deshalb

also

dadurch

deswegen

nämlich

weil

also

dubbele punt (:)

Tijd

als

bevor

damals

danach

früher

jetzt

heute

immer

wann

wenn

seit

reden/oorzaak

darum

deshalb

also

dadurch

deswegen

nämlich

weil

also

dubbele punt (:)

waarom zijn  signaal woorden zo belangrijk?

signaalwoorden leggen verband tussen zinnen, zinsdelen en alinea's

verbanden helpen je de tekst beter te begrijpen

als je de tekst beter begrijpt, kun je de vragen beter beantwoorden

even oefenen...

wat is de functie van het signaalwoord?

Hulp: handout signaalwoorden

Verder met H3A

Verder met V3A

Ich habe statt das Auto, doch ein Fahrrad gekauft.
doch = ...

1. gevolg/conclusie
2. reden/verklaring
3. tegenstelling
4. uitbreiding/opsomming

Ich gehe ins Kino, denn ich finde das toll!
denn = .......

1. reden/verklaring
2. tegenstelling
3. vergelijking
4. voorbeeld geven

Ich habe Englisch, und sogar Deutsch!!!
sogar = .........

1. gevolg/conclusie
2. vergelijking
3. versterking
4. tegenstelling

In Utrecht ist viel zu tun, es gibt zum Beispiel viele verschiedene Museen.
zum Beispiel = ....

1. voorbeeld geven
2. vergelijking
3. reden/verklaring
4. uitbreiding/opsomming

Es ist verboten zu rauchen im Krankenhaus, auch auf dem Schulhof darf nicht mehr geraucht werden.
auch= ....

1. conclusie
2. hoeveelheid
3. voorbeeld
4. uitbreiding/opsomming

Es gibt Leute die viel verdienen, aber manche verdienen wenig
aber =

1. conclusie
2. opsomming
3. tegenstelling
4. voorbeeld

Bisher hat mein Bruder immer gearbeitet.
Bisher =

1. benadrukking
2. conclusie
3. tegenstelling
4. tijd

Zusammengefasst:

• Wil je teksten goed kunnen begrijpen zijn signaalwoorden belangrijk.
• Signaalwoorden leggen verbanden tussen zinnen, zinsdelen, alinea's van een tekst. (tegenstelling/verklaring/uitbreiding enz.)
• LEER DE SIGNAALWOORDEN EN DE VERBANDEN DIE ZE LEGGEN DUS GOED

An die Arbeit!

An die Arbeit:

Was:    markeer in de tekst op pag. 82 in de inleiding

             en eerste alinea de signaalwoorden en geef aan wat het

             verband is.

Wie:     selbstständig, je markeert in je boek en schrijft het verband

             in de kantlijn

Hilfe:    de handout Signaalwoorden en je kunt deze LessonUp

              raadplegen.

Zeit:      15 Minuten
Fertig? Maak de vragen op pag. 84 - dit is huiswerk voor vrijdag!

Heb ik de leerdoelen behaald?

•       Kan ik de verschillende leesstrategieën  benoemen en weet ik wat iik bij de verschillende strategieën moet doen.
• 
  
  •     Ben ik in staat uit te leggen wat signaalwoorden zijn?
• 
  
  •     Ben ik in staat om signaalwoorden te herkennen en hun functie te benoemen
  • 
    

Huiswerk

HAUSAUFGABEN:

maak de vragen op pagina 84 - deze horen bij de tekst op pagina 82 en 83

Leesstrategieën uitgebreid

Verder met H3A

Verder met V3A

Voorspellen

Kijk naar titel, plaatjes, onderschriften, tussenkopjes en of opvallende woorden. 

voorspellen:

 stap 1, 2 en 3 van het stappenplan

Voorkennis gebruiken

Door het gebruik van voorkennis kun je eventueel gebrek aan woordkennis compenseren. Je kunt de tekst dus begrijpen zonder dat je alle (moeilijke) woorden moet kennen of opzoeken. 

Structuur ontdekken en gebruiken

Je moet verbanden tussen delen van een tekst kunnen herkennen en aangeven. Denk hierbij aan conclusies, opsommingen, voorbeelden, verwijzingen etc.

Hierbij zijn de signaalwoorden erg belangrijk! 

Signaalwoorden

• Signaalwoorden geven verbanden aan 
• Signaalwoorden hebben een functie

a. Tegenstelling

b. Tijdsaanduiding

c. Conclusie

d. Opsomming /uitbreiding

g. Reden/oorzaak 

j. Voorbeeld geven

structuur ontdekken:

stap 5 van het stappenplan

Skimmen

De tekst snel en globaal doorlezen.

Bij korte teksten: kijk naar de eerste en laatste zin van de alinea (ELZA-methode).

Bij lange teksten: lees de inleiding, eerste en laatste zinnen van alle volgende alinea's. 

skimmen:

stap 5 en 6 van het stappenplan

Scannen

Je scant de tekst om een bepaald stukje informatie te vinden. Als je opzoek bent naar maar één bepaald gegeven, maak je gebruik van scannen. Je leest dus selectief.

scannen:

stap 5 van het stappenplan

Intensief (gedetailleerd lezen)

Een (korte) tekst of een gedeelte intensief lezen om de vraag te kunnen beantwoorden. 

De tekst: uitpluizen, verbanden ontdekken en leggen.

Je markeert het stukje  tekst waar je het antwoord hebt gevonden!!

gedetailleerd lezen:

stap 7 van het stappenplan

Woordbetekenissen raden / afleiden

Woordenboek gebruiken is handig, maar kost heel veel tijd. 

• Lijkt het woord op het Nederlands of Engels?
• Spreek het woord in gedachten uit. 
• Hak het woord in stukjes.
• Kijk naar de context waarin de zin staat. 

An die Arbeit!

An die Arbeit:

Was:      1. maak met je buurman/-vrouw opdracht 40 b.2  

                   en  (Seite 92). Je maakt hier een korte samenvatting

                  (de belangrijkste punten) van de tekst op blz. 93.

              2. maak zelfstandig de vragen bij de teksten uit de handout

Wie:       Zusammen oder  selbstständig und wir sprechen leise

Hilfe:     Ein Wörterbuch, het stappenplan und ich bin auch da!

Zeit:       20 Minuten
Fertig?  Controleer met het antwoordblad hoe je de opdracht

                gemaakt hebt.

                Nog tijd over? Maak Aufgabe 15 auf Seite 77

Heb ik de leerdoelen behaald?

•   Kan ik  de verschillende leesstrategieën  benoemen en weet ik wat moet doen bij de verschillende strategieën?
• 
  
  •     Ben ik in staat om een  Duitse tekst op hoofdlijnen (de kern) te begrijpen?
  • 
    
  • Ben ik in staat om het stappenplan goed te gebruiken?
    

In het kort:

voorspellen: titel vertalen, plaatje kijken, tekst bekijken

skimmen: inleiding lezen en de 'ELZA'

scannen: globaal lezen om informatie te vinden

voorkennis gebruiken: wat weet je al van het onderwerp?

structuur gebruiken: functie van een alinea herkennen

intensief lezen: verbanden leggen; je gaat de vraag                                  nu beantwoorden

woordbetekenis raden: ken je het woord uit een andere

                                 taal? kun je het uit de context vertalen?

 

Huiswerk

HAUSAUFGABEN:

de opdracht van vandaag afmaken als dit nog niet gelukt is!

Tschüss!

Bis zum nächsten Mal!

Guten Tag

Wie geht es euch?

Bitte,  leg dein Buch und Heft vor dich auf den Tisch!

Stunde 2

Mediendossier

Tschüss!

Bis zum nächsten Mal!

Wat zijn Modalverben?

 Dit zijn hulpwerkwoorden die in een zin een extra lading aan een ander werkwoord geven.

Ik kan goed schaatsen, ik moet werken, mag ik iets vragen?

In het Duits zijn dit de werkwoorden dürfen, können, mögen, müssen, sollen, wollen en wissen. 

SO 10 min

• Je hebt de tijd voor de toets totdat de timer af loopt.

• Je mag geen vragen stellen
• Praten levert je een 1 op!
• Let op hoofdletters en schrijf netjes!
• Hoofdletters mag je markeren met een 

      markeerstift.

• Klaar? Lever je toets in en ga lezen.