Spelling 4.8

Welkom!
1
WELKOM!
2
Boek B bladzijde 74
Leg op tafel:
Aantekeningen schrift
werkboek
Log in:
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

Welkom!
1
WELKOM!
2
Boek B bladzijde 74
Leg op tafel:
Aantekeningen schrift
werkboek
Log in:

Slide 1 - Diapositive

Lesdoel hoofdstuk 3.8 Spelling

  • Je kunt zwakke werkwoorden in de vt schrijven
  • Je leert zn in het meervoud schrijven
  • Tien dicteewoorden

sterke en zwakke werkwoorden
leven- raden- vinden-zijn

Slide 2 - Diapositive

Herhaling
Wat weet jij nog van de VT zwakke werkwoorden?


Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Zwakke werkwoorden / verleden tijd
 



  1. Schrijf op wat de stam is van het werkwoord

  2. Kijk  met welke letter de stam eindigt

  3. Is de laatste letter een medeklinker uit 't Sexy Fokschaap
    Dan schrijf je het werkwoord met -te

    Is de laatste letter geen medeklinker uit 't Sexy Fokschaap?
    Dan schrijf je het werkwoord met -de

  4. Schrijf het werkwoord in de verleden tijd

Slide 5 - Diapositive

Wat is de juiste vorm van het werkwoord in VT?
Hij (dansen) de tango.

Slide 6 - Question ouverte

Wat is de juiste vorm van het werkwoord in VT?
De student (reizen) erg graag.

Slide 7 - Question ouverte

Hoe schrijf je het werkwoord in de verleden tijd?

Wij (durven) dat wel te doen

Slide 8 - Question ouverte

Opdrachten 4.8 spelling
Maak opdracht 1 t/m 6
Houd je boek open met de theorie erbij.

Dit is ook je huiswerk voor morgen!

Slide 9 - Diapositive

Welkom!
1
Les 2
2
Boek B bladzijde 77
Leg op tafel:
Aantekeningen schrift
werkboek
Log in:

Slide 10 - Diapositive

Oefen met meervoud
op -en, -ën & -n.

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

Aantekeningen
  • zelfstandige naamwoord die eindigen op -ee krijgen in het meervoud ën:
     zee-zeeën
     idee-ideeën

  • zelfstandige naamwoorden die eindigen op -ie krijgen in het meervoud                  - een extra ën als de klemtoon WEL op laatste lettergreep ligt:                                 melodie> melodieën                                                                                                         knie > knieën
      - krijgen -n en een trema als de klemtoon NIET op de laatste lettergreep ligt:
     bacterie > bacteriën
     provincie > provinciën 


Slide 13 - Diapositive

Waar ligt de klemtoon bij het
woord genie?
A
Ge
B
nie

Slide 14 - Quiz

Hoe schrijf je het meervoud van
genie?

Slide 15 - Question ouverte

Waar ligt de klemtoon bij het
woord melodie?
A
me
B
lo
C
die

Slide 16 - Quiz

Hoe schrijf je het meervoud van
melodie?

Slide 17 - Question ouverte

Waar ligt de klemtoon van het
woord ceremonie?
A
ce
B
re
C
mo
D
nie

Slide 18 - Quiz

Hoe schrijf je het meervoud van
ceremonie?

Slide 19 - Question ouverte

Zet het volgende zelfstandige naamwoord in het meervoud:
'wedstrijd'

Slide 20 - Question ouverte

Zet het volgende zelfstandige naamwoord in het meervoud:
'poes'

Slide 21 - Question ouverte

Zet het volgende zelfstandige naamwoord in het meervoud:
'zee'

Slide 22 - Question ouverte

Zet het volgende zelfstandige naamwoord in het meervoud:
'glas'

Slide 23 - Question ouverte

De (genie) hebben goede (idee) om de (probleem) op te lossen.
A
geniën - ideën - probleemen
B
genieën - ideeën - probleemen
C
genieën - ideën - problemen
D
genieën - ideeën - problemen

Slide 24 - Quiz

Aan de slag
Maken opdracht 8 t/m 14  op bladzijde 78-79
Gebruik je aantekeningen erbij.
Dit is ook je huiswerk!

Slide 25 - Diapositive

Welkom!
1
Les 3
Boek B bladzijde 78
Leg op tafel:
Aantekeningen schrift
werkboek B

Slide 26 - Diapositive

Samen huiswerk bespreken
Stel vragen over wat je niet begrijpt bij deze paragraaf!

Slide 27 - Diapositive

Zelfstandig aan het werk
  • Je kijkt of je alle opdrachten goed gemaakt hebt. Als dat niet zo is maak je deze eerst af.
  • Je maakt de opdrachten 1-5-6-14  online van hoofdstuk 4.8
  • Je vraagt uitleg als je iets niet begrijpt!
  • Je werkt verder met 'verrijk jezelf' of de woordentrainer bij hoofdstuk 4.5

Slide 28 - Diapositive