Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Economie oefentoets Hoofdstuk 2
Slide 1 - Diapositive
Aan het begin van de dag heb je 77 euro, je koopt een broodje van 3,35 euro en een boekje voor 16,60 euro.
Wat is het saldo op je bankrekening aan het einde van de dag?
Slide 2 - Question ouverte
Betaal je de trui giraal of chartaal?
Je bestelt een leuke kersttrui bij de Zara
A
Giraal
B
Chartaal
C
Weet ik niet
D
Moet ik gokken, heb m'n huiswerk niet gemaakt
Slide 3 - Quiz
Je hebt 8,45 euro in je broekzak. En je hebt 120 euro op je spaarrekening. Je hebt net een kaars gekocht voor 4,25 euro giraal Hoeveel chartaal geld heb je aan het einde van de dag?
Slide 4 - Question ouverte
Je geeft 25,75 euro uit aan kerstcadeautjes voor je ouders en 7,95 euro aan pepernoten. Je had 162,50 euro. Hoeveel % van je geld geef je die dag uit?
Slide 5 - Question ouverte
Op een rekeningafschrift zie je wat je contant betaald hebt in de winkel.
A
Juist
B
Onjuist
C
Weet ik niet
D
Moet ik gokken, heb m'n huiswerk niet gemaakt
Slide 6 - Quiz
Betalen met je telefoon is een voorbeeld van elektronisch betalen
A
Juist
B
Onjuist
C
Weet ik niet
D
Moet ik gokken, heb m'n huiswerk niet gemaakt
Slide 7 - Quiz
Wat zijn de drie functies van geld
Slide 8 - Question ouverte
Welke woorden horen bij elkaar?
A
Vergoeding (a) en aflossing (1)
B
Leenbedrag (b) en rente (2)
C
Vergoeding (a) en rente (2)
D
Leenbedrag (b) en aflossing (1)
Slide 9 - Quiz
Je leent 14.580 euro. Na 5 jaar heb je de lening afbetaalt, hoeveel betaal je elke maand terug?
Slide 10 - Question ouverte
Je leent 5000 euro. Per jaar betaal je 3% rente. Hoeveel rente heb je betaald na 5 jaar?
Slide 11 - Question ouverte
Een polis is:
A
Het bewijs dat je verzekerd bent
B
De hoogte van je eigen risico
C
De premie die je moet betalen
D
De schadevergoeding
Slide 12 - Quiz
Als je kiest voor een verzekering met een hoog eigen risico, betaal je ..... dan bij een verzekering met een laag eigen risico
A
Meer
B
Minder
C
Weet ik niet
D
Ik heb m'n huiswerk niet gemaakt dus ik gok
Slide 13 - Quiz
Waar kijken banken naar als ze bepalen of jij geld van hun mag lenen?
Slide 14 - Question ouverte
Geld lenen kost geld, Waarom kopen mensen dan toch soms iets met geleend geld?