week 10 les 1

1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Les devoirs
Faire (maken): t/m Bloc F is het af! + woordzoeker afmaken

Apprendre (leren): SO ABCD stof leren = vocabulaire A+B (woorden en zinnen) + Bloc D -er werkwoorden


Slide 2 - Diapositive

Lesdoelen (Buts)
HW overhoren: SO stof:
Vocabulaire A+B
Je kunt de woorden vertalen F-N (HAVO: ook N-F
Je kunt de zinnen vertalen F-N  (HAVO: ook N-F)
Bloc D/ F: Grammaire: - er werkwoorden:
Je kunt de regelmatige werkwoorden -er toepassen en herkennen


* Goed gewerkt? Quizizz + Blooket spelen
 



Slide 3 - Diapositive

Overhoren SO stof CH2 ABCD

Slide 4 - Diapositive

je prends
A
ik heb
B
ik neem
C
ik wil graag
D
ik woon

Slide 5 - Quiz

et
A
een
B
en

Slide 6 - Quiz

le fromage
A
het fruit
B
de kaas
C
de ham
D
de framboos

Slide 7 - Quiz

C'est quoi?
A
Wat doe jij?
B
Wat pak jij?
C
Waar is dat?
D
Wat is dat?

Slide 8 - Quiz

aimer
A
dol zijn op
B
liever hebben
C
een hekel hebben aan
D
houden van

Slide 9 - Quiz

le beurre
A
de beker
B
de boter
C
de bakker
D
de boterham

Slide 10 - Quiz

le légume
A
de groente
B
het vlees
C
het ei
D
de kaas

Slide 11 - Quiz

d'accord
A
ook
B
oké
C
maar
D
en

Slide 12 - Quiz

l'oeuf
A
de groente
B
het vlees
C
het ei
D
de kaas

Slide 13 - Quiz

Je déteste la viande!

Slide 14 - Carte mentale

le croissant
la boulangerie
manger
le café
la confiture
le restaurant
la baguette

Slide 15 - Question de remorquage

broodsoorten
beleg
drankjes
algemene woorden over eten
le petit déjeuner
le petit déjeuner
le beurre
le beurre
le café
le café
la baguette
la baguette
le thé
le thé
le croissant
le croissant
le pain
le pain
le chocolat
le chocolat
manger
manger
le dîner
le dîner
bon appétit
bon appétit
la boulangerie
la boulangerie
la confiture
la confiture

Slide 16 - Question de remorquage

Le thé
Le chocolat chaud
Le pain
Les céréales
Le croissant
Le café
Le lait
Le jus d'orange
Les fruits
La confiture

Slide 17 - Question de remorquage

Vertaal:
Mavo: Un coca et une crêpe, s'il vous plaît.
Havo: Ik ben dol op thee.

Slide 18 - Carte mentale

Vertaal:
Mavo: Voilà
Havo: Eet smakelijk!

Slide 19 - Carte mentale

Noteer het ezelsbruggetje over de -er werkwoorden.

Slide 20 - Carte mentale

Ezelsbrug
Een eskimo eet ons ezeltje enthousiast

Neem dit ezelsbruggetje over in jouw schrift!

Slide 21 - Diapositive

Je / J'
Tu
il / elle / on
Nous
Vous
ils / elles
e
es
e
ons
ez
ent

Slide 22 - Question de remorquage

Vous _______ (manger) = u/ jullie eet/eten
A
mangez
B
mange
C
manges
D
mangent

Slide 23 - Quiz

Carine _______ (habiter) à Arnhem = Carine woont in Arnhem.
A
habite
B
habites
C
habitez
D
habitent

Slide 24 - Quiz

Les copains _______ (regarder) la télé = De vrienden kijken televisie.
A
regarde
B
regardes
C
regardons
D
regardent

Slide 25 - Quiz

Daniel _______ (regarder) la télé = Daniel kijkt televisie.
A
regarde
B
regardes
C
regardons
D
regardez

Slide 26 - Quiz

Je/J'
Nous
Il/elle/on
Vous
Ils/elles
Tu
Koppel de juiste uitgang aan het persoonlijk vnw

Bijv: Parler = praten

Parl + ...
stam + es
stam + ent
stam + e
stam + ez
stam + e
stam + ons

Slide 27 - Question de remorquage

Hoe ging het overhoren?
😒🙁😐🙂😃

Slide 28 - Sondage

Woordzoeker voc A+B
Maak een woordzoeker van een klasgenoot.
Je krijgt hiervoor 15 min. 
timer
15:00

Slide 29 - Diapositive

Quizizz + Blooket spelen

Slide 30 - Diapositive

Les devoirs
Apprendre (leren): SO CH2 ABCD:

vocabulaire A+B (woorden en zinnen=C)
Phrases clés = zinnen C
Bloc D -er werkwoorden 



Slide 31 - Diapositive