WRE 1HV - Cursus Formuleren - Trappen van vergelijking

WELKOM BIJ NEDERLANDS!
  • Pak je materiaal voor.
  • Je hoeft niet in te loggen.
timer
10:00
We starten met 10 minuten lezen. Pak je leesboek alvast.
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

WELKOM BIJ NEDERLANDS!
  • Pak je materiaal voor.
  • Je hoeft niet in te loggen.
timer
10:00
We starten met 10 minuten lezen. Pak je leesboek alvast.

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Planning

Uitleg werkwoordspelling 

Zelfstandig met de oefeningen aan de slag
P L A N N I N G
Cursus Formuleren
1. Lesdoelen
2. Herhalingsopdracht
3. Uitleg: trappen van vergelijking
4. Als en dan
5. Samen oefenen
6. Zelfstandig werken
7. Lesdoelen checken

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

  • Je kunt uitleggen wat de trappen van vergelijking zijn.
  • Je kunt uitleggen wanneer je 'als' en 'dan' gebruikt.
Lesdoelen

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Er volgen nu wat herhalingsvragen

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk tekstverband geven de groene signaalwoorden aan? Vul bij 4 en 5 zelf de woorden in. Schrijf de antwoorden in je schrift. Gebruik het schema op blz. 232.
1. Omdat Sido niet zeker weet of hij alles bij zich heeft, controleert hij zijn tas nogmaals.
2. Hoe goed je ook denkt te zijn, het huidige record breek je toch niet.
3. Ik vier mijn verjaardag op zaterdag, tenzij mijn familie liever op zondag wil.
4. Veel mensen vinden Breaking Bad een goede serie, ... ik vond er niks aan.
5. Romy eet graag Surinaamse gerechten ... pom, saotosoep en herheri.
    Herhalingsopdracht
timer
3:00

Slide 5 - Diapositive

Klassikale, schriftelijke herhaling van de stof van vorige les.

Slide 6 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Wanneer gebruik je 'als' en wanneer gebruik je 'dan'?

Slide 7 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

De trappen van vergelijking
  • Stellende trap: groot, mooi, gek.
  • Vergrotende trap: groter, mooier, gekker.
  • Overtreffende trap: grootst, mooist, gekst.
  • Gebruik 'als' na de stellende trap.
  • Gebruik 'dan' na de vergrotende trap.
blz. 240-241, paragraaf 6

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Als of dan?
Bij de stellende trap hoort als. Iets is dan gelijk aan het ander.

- Ik ben even aardig als jij (bent).
- Zij heeft net zoveel zin in het weekend als jij (hebt).
- Wij gingen net zo vaak op vakantie als zij (ging).

als = gelijk

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Als of dan?
Bij de overtreffende trap hoort dan. Er is dan sprake van een verschil. Iets is beter, groter of meer dan het ander.

- Ik ben veel aardiger dan jij (bent).
- Zij heeft veel meer zin in het weekend dan ik (heb).
- Wij gingen vaker op vakantie dan zij (gingen).

dan = verschil

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1. Bij welke van de drie trappen hoort het woordje 'goedkoper'?
2. Leg uit waarom deze zin niet klopt.

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


            Een cobra is giftiger ... dan een schorpioen.
A
als
B
dan

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


         Ik ben even oud ... mijn beste vriend.
A
als
B
dan

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Zelfstandig werken
Wat:
Maak het werkblad.
Hoe:
Zelfstandig. Zet de antwoorden op het antwoordenblad.
Hulp:
De 4 B's (poster whiteboard)
Tijd:
10 minuten.
Na 10 minuten gaan we het nakijken.
Klaar:
Kiezen uit:
- Lezen in je leesboek 
- Samenvatting maken
- Oefenen in de online trainer met formuleren
ZELFSTANDIG WERKEN
timer
5:00

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


  • Je kunt uitleggen wat de trappen van vergelijking zijn.
  • Je kunt uitleggen wanneer je 'als' en 'dan' gebruikt.
Lesdoelen

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ik weet wanneer ik 'als' moet gebruiken en wanneer ik 'dan' moet gebruiken.
😒🙁😐🙂😃

Slide 16 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Noem van een bijvoeglijk naamwoord de stellende, vergrotende en overtreffende trap.

Slide 17 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Maak een zin waarin je de vergrotende trap gebruikt.

Slide 18 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Leg in eigen woorden uit wanneer je 'als' gebruikt en wanneer je 'dan' gebruikt.

Slide 19 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

'De Playstation is van mijn broer, maar hij gebruikt ... niet meer.'

Vul het juiste verwijswoord in.



A
dit
B
dat
C
deze
D
die

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions