Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Eindejaars Quiz
1 / 42
suivant
Slide 1:
Diapositive
Geschiedenis
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
Cette leçon contient
42 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositive de texte
.
La durée de la leçon est:
45 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
De Spartacus Opstand was het werk van:
A
communisten
B
liberalen
C
sociaal-democraten
D
katholieken
Slide 2 - Quiz
Welk begrip hoort er niet bij?
A
investituurstrijd
B
concordaat van Worms
C
lekeninvestituur
D
centralisatie
Slide 3 - Quiz
de Spartacus Opstand was in
A
1918
B
1919
C
1920
D
1921
Slide 4 - Quiz
In de 5e BC is er in Athene een ...
A
Directe democratie
B
tirannie
C
indirecte democratie
D
monarchie
Slide 5 - Quiz
Was Adam Smith voor mercantilisme
A
juist
B
onjuist
Slide 6 - Quiz
Het gevoel van nationalisme werd verminderd door de overwinningen van Napoleon
A
waar
B
niet waar
Slide 7 - Quiz
Wie maakte de grondwetherziening van 1848?
A
Willem I
B
Willem II
C
Abraham Kuypers
D
Thorbecke
Slide 8 - Quiz
Hoe het recht om gekozen te worden?
A
actief kiesrecht
B
passief kiesrecht
Slide 9 - Quiz
maak de zin af:
De opkomst van ...
A
de sociale kwestie
B
emancipatiebewegingen
Slide 10 - Quiz
De Weimar Republiek duurde van
A
1918 - 1939
B
1923 - 1933
C
1918 - 1945
D
1918 - 1933
Slide 11 - Quiz
Het Dawesplan was niet
A
maakte Amerikaanse leningen mogelijk
B
beëindigde de bezetting van het Ruhrgebied
C
leidde tot herstel van de economie in Duitsland
D
De toestemming aan Duitsland om te herbewapenen
Slide 12 - Quiz
In 1933 kwam er een einde aan de Republiek van Weimar omdat
A
Hitler een grote verkiezingsoverwinning behaalde
B
Hitler vroegtijdig uit de gevangenis kwam
C
de Machtigingswet werd aangenomen
D
Amerika en versneld tempo leningen opeiste
Slide 13 - Quiz
Wie was in Rusland de leider van de communisten tijdens de Russische Revolutie?
A
Chroesjtsjov
B
Nicolaas II
C
Lenin
D
Stalin
Slide 14 - Quiz
Welke 2 fasen waren er in de Russische Revolutie van 1917?
A
januari + oktober revolutie
B
februari + oktober revolutie
C
februari + december revolutie
D
mei + december revolutie
Slide 15 - Quiz
Economie VS: Zet op chronologische volgorde
1
2
3
4
Roosevelt start de New Deal
De beurs in New York stort in
De werkeloosheid neemt af
De VS worden een consumptie-maatschappij
Slide 16 - Question de remorquage
Wie introduceerde de New Deal?
A
Hoover
B
Roosevelt
C
Ford
D
Charlie Chaplin
Slide 17 - Quiz
Welke moord was de aanleiding voor het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog?
A
De moord op de Duitse keizer, Wilhelm II
B
De moord op de Russische tsaar, Nicolaas II
C
De moord de keizer van Oostenrijk-Hongarije, Franz Jozef
D
De moord op de troonopvolger van het Oostenrijks-Hongaarse rijk Franz Ferdinand
Slide 18 - Quiz
Bij welk bondgenootschap hoorde Frankrijk in 1914?
A
Centralen
B
Geallieerden
C
As-landen
D
NAVO
Slide 19 - Quiz
Een loopgravenoorlog kan nooit een tweefrontenoorlog zijn:
A
waar
B
niet waar
Slide 20 - Quiz
Tijdens de 2e industriële revolutie werd er gebruik gemaakt van elektriciteit
A
waar
B
niet waar
Slide 21 - Quiz
Welk land was NIET betrokken bij het Dawesplan?
A
Engeland
B
Frankrijk
C
Verenigde Staten
D
Duitsland
Slide 22 - Quiz
De Great Depression startte op Black Friday
A
waar
B
niet waar
Slide 23 - Quiz
In 1919 is Duitsland een
A
Keizerrijk
B
Koninkrijk
C
Republiek
D
Dictatuur
Slide 24 - Quiz
De meeste Duitsers waren heel boos over het verdrag van Versailles omdat:
A
Elzas Lotharingen afgepakt werd
B
daarin stond dat ze de oorlog verloren hadden
C
daarin stond dat ze herstelbetalingen moesten betalen
D
omdat uiteindelijk bleek dat het bedrag aan herstelbetalingen zo hoog was
Slide 25 - Quiz
Wanneer begon de industriële revolutie in Engeland?
A
vanaf 1700
B
vanaf 1750
C
vanaf 1800
D
vanaf 1850
Slide 26 - Quiz
Wanneer werd Napoleon definitief verslagen?
A
1814
B
1815
C
1816
D
1817
Slide 27 - Quiz
Het congres van Wenen werd georganiseerd door liberalen
A
waar
B
niet waar
Slide 28 - Quiz
Uitbouw van Europese overheersing, met name in de vorm van ..1.. en de daarmee verbonden ..2.. en de opkomst van ..3..
A
1. trans-Atlantische slavenhandel 2. abolitionisme 3. plantagekoloniën
B
1. abolitionisme 2. trans-Atlantische slavenhandel 3. plantagekoloniën
C
1. plantagekoloniën 2. trans-Atlantische slavenhandel 3. abolitionisme
D
1. plantagekoloniën 2. abolitionisme 3. trans-Atlantische slavenhandel
Slide 29 - Quiz
Wat is GÉÉN kenmerk van het absolutisme onder Lodewijk XIV?
A
Economische politiek van het mercantilisme
B
Bevorderen van de machtspositie van de adel
C
De hofcultuur van Versailles
D
Centralisatie van het landsbestuur
Slide 30 - Quiz
Welke twee manieren van onderzoek leidden tot de wetenschappelijke revolutie?
A
empirisme en renaissance
B
empirisme en rationalisme
C
positivisme en deïsme
D
positivisme en rationalisme
Slide 31 - Quiz
Wanneer splitste België zich af van Nederland?
A
1830
B
1840
C
1850
D
1860
Slide 32 - Quiz
Wie staat bekend om de trias politica?
A
Rousseau
B
Locke
C
Montesquieu
D
Voltaire
Slide 33 - Quiz
Confessionelen zien geen plek voor geloof in de politiek
A
waar
B
niet waar
Slide 34 - Quiz
De Fransen en Belgen bezetten in 1923 het
A
Ruhrgebied
B
Rijnland
C
Saarland
D
Elzas-Lotharingen
Slide 35 - Quiz
De Nederlandse Republiek was NIET bijzonder in de Gouden Eeuw omdat :
A
Zij geen koning had
B
Vrouwen ook mochten stemmen
C
Zij heel veel handel dreef
D
Er tolerantie was
Slide 36 - Quiz
Wanneer was de eenwording van Duitsland?
A
1869
B
1870
C
1871
D
1872
Slide 37 - Quiz
Het motto van de Franse revolutie is liberté, égalité en fraternité
A
juist
B
onjuist
Slide 38 - Quiz
Wie past er niet bij?
A
John Locke
B
Montesquieu
C
Voltaire
D
Robbespierre
Slide 39 - Quiz
Welk kenmerkend aspect past bij Frederik de Grote?
A
Het streven van vorsten naar absolute macht
B
De democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies over grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap
C
Het voortbestaan van het ancien régime met pogingen om het vorstelijk bestuur op eigentijdse en verlichte wijze vorm te geven (verlicht absolutisme)
D
Wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie
Slide 40 - Quiz
George Washington (1732-1799)
John Locke (1632-1704)
Jean-Jacques Rousseau (1712-1778)
René Descartes (1596-1650)
Slide 41 - Question de remorquage
Wat was niet van de oorzaken voor modern imperialisme?
A
Christelijke geloof verspreiden
B
afzetmarkt voor producten
C
vergroten militair aanzien
D
soldaten rekruteren
Slide 42 - Quiz
Plus de leçons comme celle-ci
Het interbellum
Janvier 2022
- Leçon avec
39 diapositives
Geschiedenis
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
7 HC Duitsland
Avril 2022
- Leçon avec
31 diapositives
Geschiedenis
Middelbare school
vwo
Leerjaar 6
7 HC Duitsland
Avril 2021
- Leçon avec
32 diapositives
Geschiedenis
Middelbare school
vwo
Leerjaar 6
7 HC Duitsland
Novembre 2021
- Leçon avec
46 diapositives
Geschiedenis
Middelbare school
vwo
Leerjaar 6
Examentraining Weimar
Mai 2024
- Leçon avec
31 diapositives
Geschiedenis
Middelbare school
vwo
Leerjaar 6
Tijd van wereldoorlogen
Novembre 2019
- Leçon avec
30 diapositives
Geschiedenis
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Duitsland deel 5 Opkomst Hitler
Décembre 2018
- Leçon avec
32 diapositives
Geschiedenis
Middelbare school
vwo
Leerjaar 6
7 HC Duitsland
Mars 2022
- Leçon avec
38 diapositives
Geschiedenis
Middelbare school
vwo
Leerjaar 6