Cette leçon contient 43 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Goedemorgen!
This is the place to Bio
Slide 1 - Diapositive
Thema: Inleiding in de biologie.
Basisstof 1: Wat is biologie?
H5
Thema 1
Inleiding in de biologie
Slide 2 - Diapositive
Leerdoelen
Je kunt beschrijven wat biologie is en uitleggen op welke gebieden biologie een rol speelt.
Je kunt de levencyclus van dieren beschrijven
Je kunt de organisatieniveaus van de biologie benoemen en uitleggen dat op elk hoger organisatieniveau emergente eigenschappen ontstaan.
Slide 3 - Diapositive
Wat is biologie?
Bios = leven
Logos = kunde / de leer van
Levenskunde
Wat is leven?
Slide 4 - Diapositive
Leeft een steen?
A
ja
B
nee
Slide 5 - Quiz
Leeft een plant?
A
ja
B
nee
Slide 6 - Quiz
Leeft een bacterie?
A
ja
B
nee
Slide 7 - Quiz
Leeft een virus?
A
ja
B
nee
Slide 8 - Quiz
Levende organismen vertonen levenskenmerken. Er zijn negen levenskenmerken. Welke weet je nog?
Levenskenmerken
Slide 9 - Carte mentale
Levenskenmerken
Slide 10 - Diapositive
Een organisme vertoont (de meeste) levenskenmerken.
Een dood organisme vertoont geen levenskenmerken meer
Een object dat nooit levenskenmerken vertoond heeft is levenloos
Slide 11 - Diapositive
Enzymactiviteit
Binnenin levende wezens lopen vele reactieprocessen. Denk bijvoorbeeld aan de stofwisseling.
Enzymen spelen een belangrijke rol bij het katalyseren (versnellen) van reactieprocessen.
Een enzym is een bio-katalysator.
Enzymen zijn in staat om stoffen op te bouwen (samenvoegen) of af te breken.
Enzymen
Slide 12 - Diapositive
Levenscyclus
Een levenscyclus toont de ontwikkelingsstadia (levensloop) van een individu
Deze cyclus geldt voor alle individuen van dezelfde soort.
Slide 13 - Diapositive
Sleep de fasen uit de levenscyclus van de kikker naar de juiste plek
Start
Slide 14 - Question de remorquage
Levenscyclus en levensloop
Wat is het verschil van een levenscyclus en levensloop?
Individu (één enkel organisme)
Levensloop
(van leven tot dood
van een individu)
Slide 15 - Diapositive
Grensgebieden van de biologie
Sommige wetenschappelijke disciplines vertonen een overlap van verschillende natuurwetenschappen.
Het onderzoeken van dino's vereist bijvoorbeeld kennis van de geologie (gesteenten etc.) en de kennis van biologie (anatomie etc.).
Slide 16 - Diapositive
Aan de slag
Lees de paragrafen 'Organismen', 'Levencyclus van organismen' en 'Biologie en andere wetenschappen' nog eens goed door. Zijn alle dikgedrukte begrippen duidelijk?
Maak opdrachten 1 t/m 3
Ben je klaar? Ga dan door met deze presentatie
Slide 17 - Diapositive
organisatieniveaus
Biologische eenheden kunnen worden
gerangschikt op grootte.
Het kleinste/laagste niveau, het molecuul, vormt de bouwstenen voor het maken van stoffen (bijv DNA).
Organisatieniveaus
DNA
Slide 18 - Diapositive
organisatieniveaus
De volgende eenheid die we tegenkomen is de cel.
De cel is een verzameling van organellen, die ieder een specifieke functie hebben binnen de cel.
Organisatieniveaus
Slide 19 - Diapositive
organisatieniveaus
Een weefsel is een groep cellen met dezelfde vorm en taak/functie.
Meerdere weefsels vormen een orgaan.
Een groep organen die samenwerken aan een taak vormen een orgaanstelsel
Organisatieniveaus
Slide 20 - Diapositive
organisatieniveaus
Meerdere orgaanstelsels vormen samen een (een- of meercellig) organisme
Organismen van dezelfde soort in een bepaald gebied vormen een populatie.
Verschillendepopulaties leven samen in een ecosysteem
Organisatieniveaus
Slide 21 - Diapositive
Biosfeer
Alle ecosystemen van de aarde samengenomen vormen de biosfeer of het systeem aarde.
Cette vidéo n'est plus disponible
Slide 22 - Diapositive
Emergente eigenschappen
Slide 23 - Diapositive
Emergente eigenschap
Emergente eigenschappen (to emerge) zijn eigenschappen die op een lager organisatieniveau niet zichtbaar zijn, maar wel op een hoger organisatieniveau.
Voorbeeld:
Spieren, botten, zenuwen, bloedvaten, stembanden etc. kunnen niet praten. Maar door een interactie tussen deze onderdelen ontstaat er een organisme met de emergente eigenschap ‘praten'.
Slide 24 - Diapositive
Aan de slag
Lees de paragraaf 'Organisatieniveaus in de biologie' nog eens goed door. Zijn alle dikgedrukte begrippen duidelijk?