2.3 woorden

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo g, t
• Leerjaar 1

2B-  2.3 woorden

Herhaling vorige les

Aan het eind van deze les:

-ken je de betekenis van 10 nieuwe woorden

-herken je achtervoegsels

-Weet je wat een grondwoord is

Aan de slag 

Afsluiting: Kahoot!

Herhaling

In de vorige les:

- heb je de betekenis van 12 nieuwe woorden geleerd.

Weet je het nog?

Verwijswoorden

Lees de tekst op de volgende pagina goed:

Wat betekent aanhoudend?

1. wijzen
2. betalen
3. hectisch
4. voortdurend

Wat betekent belasten?

1. een moeilijke taak geven
2. heel wat, veel keer
3. doelmatig
4. bijdragen

Wat is een wak?

1. gat in de grond
2. gat in het ijs
3. eend
4. hulp

Wat betekent vrijwillig?

1. verplicht
2. waarschijnlijk
3. amateur
4. niet verplicht

Wat betekent divers?

1. verschillend
2. doelmatig
3. totaal
4. hetzelfde

Als je wilt weten waar een verwijswoord naar verwijst, stel je een vraag die begint met wie, wat, waar of welke.

Achtervoegsels / grondwoord

Soms verandert de betekenis van een woord door een achtervoegsel. 

Voorbeelden: - loos, -je, -achtig

WaardeLOOS (zonder waarde)

BusJE(kleine bus)

JongensACHTIG (een beetje als een jongen)

Grondwoorden: basis van het woord --> waarde, bus, jongen

Je weet de betekenis van 10 nieuwe woorden.

Je weet wat een grondwoord is.

Je herkent achtervoegsels.

Aan de slag:

Hoofdstuk 2.3

Maken: opdracht 7, 8, 12 ,13 en 15

Afsluiting: Kahoot!

Je leert 12 nieuwe woorden.

Je leert wat een samenstelling is.

Aan de slag:

Hoofdstuk 1.3

Opdracht 8 t/m 12

Huiswerk is 13 en 14.

Aan de slag

Ga naar hoofdstuk 3.2 (onderdeel lezen.)

In de les maken 9t/m 11

Huiswerk is opdracht 12 en 13

Klaar? --> ga naar leestrainer.nl

 Ik help je daarna verder. Je mag ook lezen.