2.3 woorden

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo g, t
• Leerjaar 2

2A -  2.3 woorden

15 min lezen

Herhaling vorige les

Aan het eind van deze les:

-ken je de betekenis van 9 nieuwe woorden

-herken je verschillende voor- en achtervoegsels

Aan de slag 

Jeugdjournaal

Herhaling

In de vorige les:

- heb je de betekenis van 12 nieuwe woorden geleerd.

Weet je het nog?

Verwijswoorden

Lees de tekst op de volgende pagina goed:

Wat betekent constant?

1. wijzen
2. betalen
3. hectisch
4. voortdurend

Wat betekent voldoening?

1. tevredenheid
2. heel wat, veel keer
3. doelmatig
4. divers

Wat betekent weliswaar?

1. manier
2. toegegeven, wel
3. zeggen of schrijven
4. helpen

Wat betekent kennelijk?

1. radicaal
2. waarschijnlijk
3. ervaren
4. blijkbaar

Wat betekent divers?

1. verschillend
2. doelmatig
3. totaal
4. hetzelfde

Als je wilt weten waar een verwijswoord naar verwijst, stel je een vraag die begint met wie, wat, waar of welke.

Nieuw: Voorvoegsels en achtervoegsels uit andere talen

-live betekent leven : livemuziek

-heid is een toestand: gezondheid (de toestand is gezond)

-isch : dat het gaat over (bijvoorbeeld technisch, praktisch)

Je weet de betekenis van 9 nieuwe woorden.

Je herkent voor- en achtervoegsels.

Aan de slag:

Hoofdstuk 2.3

Maken in de les: zie Google Classroom

Klaar? --> Kruiswoordpuzzel of lezen.

Je leert 12 nieuwe woorden.

Je leert wat een samenstelling is.

Aan de slag:

Hoofdstuk 1.3

Opdracht 8 t/m 12

Huiswerk is 13 en 14.

Aan de slag

Ga naar hoofdstuk 3.2 (onderdeel lezen.)

In de les maken 9t/m 11

Huiswerk is opdracht 12 en 13

Klaar? --> ga naar leestrainer.nl

 Ik help je daarna verder. Je mag ook lezen.