1TL_Stad&Esch&BFit_les 1_van groot naar klein

Van groot naar klein
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Van groot naar klein

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

deze les

  • uitleg theorie bij "aan de slag"
  • controle of iedereen goed van start gegaan is

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Doelen
Van klein naar groot
- Ik kan uitleggen dat je organismen kan verdelen in steeds kleinere onderdelen
- Ik kan vertertelenn wat organismen, orgaanstelsels, organen, weefsels en cellen zijn

Ik ben nu echt begonnen met het project
- Ik heb een project-partner
- Wij hebben al een gedeeld bestand aangemaakt online waarin we samen kunnen werken

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Torso met organen

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


nr. 6
A
Long
B
Dikke darm
C
Nier
D
Maag

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


nr. 2
A
Long
B
Hart
C
Nier
D
Maag

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Organen en weefsels
Organisme=een levend wezen

Organenstelsel=groep samenwerkende organen die gezamenlijk een functie hebben.

Orgaan=deel van een organisme met een of meer functies.

Weefsel=groep cellen met dezelfde vorm en dezelfde functie.

Cellen= bouwsteen van het lichaam 

Celorganel=deel van de cel met één of meer functies

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Herhaling: Zet op volgorde van groot naar klein
Orgaanstelsel
Orgaan
Weefsel
Cel
Organisme

Slide 8 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Organen en weefsels
Organenstelsel: Een groep organen die smenwerken aan één bepaalde taak. 

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

welke herken je?

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Slide 11 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Organen en weefsels
Cellen: bouwsteen van lichaam 
  • erg klein --> allen te zien onder microscoop
  • verschillende vormen --> verschillende functies 

Slide 12 - Diapositive

foto 1: Darm 
foto 2: Buikvlies
foto 3: Bloedcel 
foto 4: Zenuwcel
Organen en weefsels
Weefsels: een groep cellen met dezelfde vorm en functie
Tussencelstof: stof tussen cellen
     

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Organisme
cel
Organenstelsel
orgaan

Slide 14 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Organen en weefsels

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat staat op volgorde van groot naar klein?
A
weefsels, organen, celorganellen, cellen
B
Organen, weefsels, cellen, celorganellen
C
Celorganellen, cellen, weefsels, organen
D
Celorganellen, weefsels, cellen, organen

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Welke stelsels zie je?
A
bloedvatenstelsel zenuwstelsel
B
beenderstelsel zenuwstelsel
C
verteringsstelsel spierstelsel
D
je ziet alleen organen

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

mond, slokdarm, lever, maag, dunne darm, dikke darm, anus
neusholte, mondholte, luchtpijp, long
bloedvaten, hart
botten
hersenen, ruggenmerg, zenuwen
Bloedvatenstelsel
Ademhalingsstelsel
Verteringsstelsel
beenderstelsel
Zenuwstelsel

Slide 18 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions


Alle cellen in je lichaam hebben dezelfde vorm
A
ja
B
nee
C
dat verschilt per persoon
D
bij een mens wel, bij een dier niet

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Zet op volgorde van groot naar klein 
groot
klein
organenstelsel
cel
organisme
orgaan

Slide 20 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Het hart is
A
een organenstelsel
B
een cel
C
een orgaan
D
een organisme

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Het zenuwstelsel bestaat uit:
A
bloedvaten, de hersenen, het ruggenmerg
B
bloedvaten, de wervelkolom, zenuwen
C
de wervelkolom, de hersenen, het ruggenmerg
D
zenuwen, de hersenen, het ruggenmerg

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk organenstelsel zorgt voor het klein maken van je eten?
A
Het bloedvatenstelsel
B
De maag en de lever
C
Het verteringsstelsel
D
Het zenuwstelsel

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 24 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

wel orgaanstelsel zie je hiernaast?

Slide 25 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions


nr. 10
A
Long
B
Hart
C
Nier
D
Maag

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Zet op volgorde van groot naar klein:
Orgaanstelsel
Orgaan
Weefsel
Cel
Organisme
Celkern

Slide 27 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Doelen
Van klein naar groot
- Ik kan uitleggen dat je organismen kan verdelen in steeds kleinere onderdelen
- Ik kan vertertelenn wat organismen, orgaanstelsels, organen, weefsels en cellen zijn

Ik ben nu echt begonnen met het project
- Ik heb een project-partner
- Wij hebben al een gedeeld bestand aangemaakt online waarin we samen kunnen werken

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions